Het pad naar een bestemming in een NDS-structuur opgeven door te bladeren in een NDS-structuur of op een NetWare Bindery server.
Druk op [Best.:].
Selecteer [NCP] en druk vervolgens op de toets [OK].
Selecteer het verbindingstype en druk vervolgens op de toets [OK].
Selecteer [NDS] om een map in de NDS-structuur op te geven. Selecteer [Bindery] om een map op te geven in de NetWare Bindery-server.
Druk op [Blader Netwerk] en druk vervolgens op de toets [OK].
Er wordt een lijst met NetWare Bindery-servers of NDS-structuren in het netwerk weergegeven.
Selecteer de NDS-structuur of de NetWare Bindery-server die de noodzakelijke bestemmingsmap bevat en druk vervolgens op de toets [OK].
Er verschijnt een lijst met NDS-contexten of NetWare Bindery-servervolumes.
Er verschijnt een log-inscherm wanneer verificatie vereist is. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in en druk vervolgens op de toets [OK].
Selecteer een context of volume met de noodzakelijke bestemmingsmap en druk vervolgens op de toets [OK].
Er wordt een lijst met bestemmingsmappen weergegeven.
Selecteer de bestemmingsmap en druk vervolgens op [Toep.].
Het pad naar de geselecteerde map wordt weergegeven. Controleer of het pad correct is en druk vervolgens op de toets [OK].
De bestemming wordt weergegeven. Controleer of de bestemming correct is en druk vervolgens op de toets [OK].
Als u het protocol wijzigt nadat u het pad, de gebruikersnaam of het wachtwoord heeft ingevoerd, verschijnt er een bevestigingsbericht.
Alleen de mappen waarvoor u de leesrechten heeft, worden weergegeven.
Als de taal die voor de NDS-structuur of de NetWare-server wordt gebruikt afwijkt van de taal die op het apparaat wordt gebruikt, kunnen de bestandsnamen in de NDS-structuur of de NetWare Bindery server er verwarrend uitzien.
Als verificatie nodig is voor de geselecteerde NDS-structuur of NetWare Bindery server, wordt een inlogscherm weergegeven. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in om in te loggen op de NDS-structuur of NetWare Bindery server. Voer een gebruikersnaam in en vervolgens de naam van de context die het gebruikersobject bevat als u inlogt op de NDS-structuur. Als de gebruikersnaam "gebruiker" is en de naam van de Context "context", wordt de gebruikersnaam "gebruiker.context".
Het is mogelijk dat het apparaat het bestand niet kan versturen als u geen schrijfrechten heeft voor de map of als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de harde schijf.
U kunt het pad naar de bestemming in het adresboek van het apparaat registreren. Zie "Het pad naar de geselecteerde bestemming in het adresboek registreren" voor meer informatie.