Koptekst overslaan
 

Het pad naar een FTP-server handmatig invoeren

U kunt het pad naar een FTP-server handmatig invoeren.

1Druk op [Best.:].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

2Selecteer [FTP] en druk vervolgens op de toets [OK].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

3Voer de naam van de FTP-server in en druk vervolgens op de toets [OK].

In plaats van de bestemming op te geven aan de hand van de servernaam, kunt u ook het IPv4-adres opgeven.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

4Wanneer u het poortnummer wijzigt dat opgegeven is onder [Systeeminst.], voert u een nieuw nummer in met de cijfertoetsen en drukt u vervolgens op de toets [OK].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

5Voer de gebruikersnaam in en druk vervolgens op de toets [OK].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

6Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de toets [OK].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

7Voer het pad naar de bestemmingsmap in en druk vervolgens op de toets [OK].

Hierna volgt een voorbeeld van een pad waarbij de naam van de submap "lib" is en de mapnaam "gebruiker": gebruiker\lib.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Er verschijnt een bestemmingsbevestigingsscherm.

8Druk op [Com.Tst].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Er wordt een verbindingstest gestart.

9Het testresultaat verschijnt. Druk op [Afsluit.].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

10Druk op de toets [OK].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Opmerking

  • Als u het protocol wijzigt nadat u het pad, de gebruikersnaam of het wachtwoord heeft ingevoerd, verschijnt er een bevestigingsbericht.

  • De verbindingstest kan enige tijd in beslag nemen.

  • U kunt het pad naar de bestemming in het adresboek van het apparaat registreren. Zie "Het pad naar de geselecteerde bestemming in het adresboek registreren" voor meer informatie.