Volg de onderstaande procedures voor het opgeven van een bestemming waarvoor codering is geconfigureerd, om een e-mailbericht te coderen en verzenden.
Bestemmingen waarvoor codering kan worden geconfigureerd voor iedere transmissie worden weergegeven met dit symbool .
Druk op [Opties].
Druk op de toets [] of [] om [E-mail coderen] te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].
Druk op de toets [] of [] om [Cod toegep op bestemm] te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].
verschijnt aan de linkerkant van de opgegeven instelling.
Als u een e-mailbericht codeert, neemt de grootte toe.
Wanneer u geen gecodeerde e-mail wilt versturen, selecteert u [Niet coderen] in stap 4.
Wanneer u een bestemming opgeeft die wordt aangeduid met het symbool (waarmee wordt aagegeven dat e-mail die naar deze bestemming wordt verzonden altijd wordt gecodeerd), wordt gecodeerde e-mail verzonden ongeacht de opgegeven instelling in [E-mailcodering].
Indien u meerdere bestemmingen heeft geselecteerd, waaronder bestemmingen waarvoor geen codering is geconfigureerd, zullen e-mailberichten naar dergelijke bestemmingen niet worden gecodeerd, ook al geeft u codering op.