In deze paragraaf worden functies beschreven die u in de scannermodus kunt gebruiken.
U kunt de scanfuncties gebruiken om scanbestanden naar computers te verzenden, originelen vanaf een computer te scannen met behulp van de TWAIN-driver of scanbestanden op te slaan op een verwijderbaar geheugenapparaat.
Raadpleeg de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over elke functie.
Gescande bestanden verzenden (netwerkscanner)
U kunt scanbestanden verzenden naar of opslaan op een computer en u kunt het format van een scanbestand opgeven in overeenstemming met het bedoelde gebruik van het bestand.
Verzenden via e-mail
U kunt scanbestanden verzenden naar de opgegeven e-mailadressen.
Zie hoofdstuk 1 voor meer informatie.
Verzenden naar mappen
U kunt scanbestanden opslaan in gedeelde netwerkmappen of op FTP- of Netware-servers.
Zie hoofdstuk 2 voor meer informatie.
Verzenden met behulp van WSD (verzendtype)
U kunt Web Services on Devices (WSD) gebruiken om scanbestanden naar een client-computer te versturen.
Voor meer details zie hoofdstuk 3 "Scanbestanden verzenden met behulp van WSD"
Bezorgen
U kunt scanbestanden bezorgen met behulp van een bezorgingsserver.
Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie.
Originelen op een clientcomputer scannen
WSD (ophaaltype)
U kunt de WSD-scanfunctie gebruiken om bestanden te scannen vanaf een computer die via een netwerk of rechtstreeks aangesloten is.
Voor meer details zie hoofdstuk 3 "Scanbestanden verzenden met behulp van WSD"
TWAIN-scanner
U kunt de TWAIN-stuurprogramma gebruiken om bestanden te scannen vanaf een via een netwerk of rechtstreeks aangesloten computer.
Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie.
Bestanden opslaan
U kunt scanbestanden opslaan op een verwijderbaar geheugen, zoals een USB memory stick of een SD-kaart.
Voor meer details, zie hoofdstuk 4.
De scanfuncties van dit apparaat zijn alleen beschikbaar wanneer het netwerk functioneert. Ze zijn niet beschikbaar via een rechtstreekse (USB) verbinding.