![]() ![]() | ![]() | ||
Gebruik deze functie om een bestand tijdelijk op de printer op te slaan en later vanaf de computer of het bedieningspaneel van de printer af te drukken.
![]()
Een uitgestelde afdrukbestand kan niet worden opgeslagen als:
de harde schijf niet op de printer is geïnstalleerd.
het totale aantal bestanden voor testafdruk, beveiligde afdruk, uitgestelde afdruk en opgeslagen afdruk groter dan 100 is. (Het maximale aantal varieert afhankelijk van het volume van de gegevens in de bestanden.)
het bestand meer dan 250 pagina's bevat.
verzonden of op de printer opgeslagen bestanden in totaal meer dan 9000 pagina's bevatten.
![]()
Als een uitgesteld afdrukbestand niet correct werd opgeslagen, kunt u het foutenlogboek op het display controleren.
Zelfs nadat u de printer uitzet, blijven de opgeslagen documenten op de printer staan. De instellingen van [Tijd. taken autom. verw.] of [Opgesl. taken autom. verw.] worden echter eerst toegepast.
Als de toepassing een optie voor sorteren heeft, moet u ervoor zorgen dat deze niet geselecteerd is alvorens een afdruktaak te versturen. Testafdruktaken worden automatisch gesorteerd door het printerstuurprogramma. Als de optie sorteren geselecteerd is vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing dan worden er mogelijk meer afdrukken geproduceerd dan bedoeld.
De uitgestelde afdruktaakbestanden afgedrukt of verwijderd met Web Image Monitor, nadat u [Uitgestelde afdruk] met het bedieningspaneel selecteerde, verschijnen op het display. Er zal echter een foutmelding verschijnen als u probeert deze uitgestelde afdruktaken af te drukken of te verwijderen.
Als opgeslagen bestanden vergelijkbare en lange namen hebben, is het moeilijk om het bestand dat u af wilt drukken op het display te herkennen. Druk het bestand dat u af wilt drukken af door de gebruikers-ID of het tijdstip waarop het bestand verzonden is te controleren of verander de bestandsnaam in een naam die u gemakkelijk kunt herkennen. Als u de documentnaam in [Details...] van het printerstuurprogramma invoert, zal die naam op het display verschijnen.
Het is mogelijk, maar niet noodzakelijk, om een bestandsnaam of een wachtwoord voor een uitgesteld afdrukbestand op te geven.
Raadpleeg "Het foutenlogboek controleren" voor meer informatie over het foutenlogboek op het display.
Raadpleeg "Systeem" voor meer informatie over [Tijd. taken autom. verw. ] of [Opgesl. taken autom. verw.].