Koptekst overslaanafbeelding
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

LDAP-verificatie

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een LDAP-verificatie registreert.

Voor elke gebruiker die in het adresboek is opgeslagen, kunt u een gebruikersnaam en wachtwoord voor het aanmelden opslaan wat moet worden gebruikt voor toegang tot de LDAP-server.

Om een LDAP-server te gebruiken, moet die vooraf zijn geprogrammeerd. Meer informatie vindt u in "De LDAP-server programmeren".

Belangrijk

  1. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

  2. Selecteer [Systeeminstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  3. Selecteer [Beheerderstools] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  4. Selecteer [Adresboekbeheer] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  5. Selecteer [Programmeren/Wijzigen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  6. Voer het registratienummer dat u wilt registreren in met de cijfertoetsen of de Snelkeuzetoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

    U kunt automatisch de registratienummers 001 - 016 specificeren door op de Snelkeuzetoetsen te drukken.

    Druk op [Zoeken] om te specificeren op naam, bestemmingslijst, registratienummer, gebruikerscode, faxnummer, e-mailadres of mapbestemming.

  7. Druk op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  8. Druk op [Details].

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  9. Selecteer [Verif.info] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  10. Selecteer [LDAP verificatie] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  11. Selecteer [Andere verif.inf. opg.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op [Gebr.].

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  12. Voer de login gebruikersnaam in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  13. Druk op [Wachtw.].

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  14. Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  15. Voer het wachtwoord opnieuw in om te bevestigen en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  16. Druk op de [Escape]-toets.

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  17. Druk op de [Escape]-toets.

  18. Druk op [Einde].

    Schermafbeelding Bedieningspaneel

  19. Druk op de [OK]-toets.

  20. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Opmerking

Verwijzing