In dit gedeelte wordt beschreven hoe u SMTP-verificatie registreert.
Voor elke gebruiker die in het Adresboek is geregistreerd kunt u een log-in gebruikersnaam en een log-in wachtwoord registreren voor gebruik bij het openen van een SMTP-server.
Om een SMTP-server te gebruiken, moet deze vooraf zijn geprogrammeerd.
Wanneer [Niet opgeven] wordt geselecteerd voor SMTP-verificatie, zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord dat u heeft opgegeven voor de SMTP-verificatie van de instellingen voor Bestandsoverdracht, van toepassing. Meer informatie vindt u in "Bestandsoverdracht".
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].
Selecteer [Systeeminstellingen] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [Beheerderstools] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [Adresboekbeheer] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [Programmeren/Wijzigen] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Voer het registratienummer dat u wilt registreren in met de cijfertoetsen of de Snelkeuzetoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets.
U kunt automatisch de registratienummers 001 - 016 specificeren door op de Snelkeuzetoetsen te drukken.
Druk op [Zoeken] om te specificeren op naam, bestemmingslijst, registratienummer, gebruikerscode, faxnummer, e-mailadres of mapbestemming.
Druk op de [OK]-toets.
Druk op [Details].
Selecteer [Verif.info] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [SMTP verificatie] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [Andere verif.inf. opg.] met [] of [] en druk vervolgens op [Gebr.].
Voer de login gebruikersnaam in en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Druk op [Wachtw.].
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Voer het wachtwoord opnieuw in om te bevestigen en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Druk op de [Escape]-toets.
Druk op de [Escape]-toets.
Druk op [Einde].
Druk op de [OK]-toets.
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].
Zie "Namen registreren" om de naam te registreren.
U kunt maximaal 191 tekens invoeren voor de gebruikersnaam.
Wanneer u POP gebruikt voor SMTP-verificatie, kunt maximaal 63 karakters invoeren.
U kunt maximaal 128 tekens invoeren voor het wachtwoord.
Om de instellingen voor SMTP-verificatie te wijzigen, herhaalt u stap 3 t/m 18.