Koptekst overslaan
 

SMTP-verificatie

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u SMTP-verificatie registreert.

Voor elke gebruiker die in het Adresboek is geregistreerd kunt u een log-in gebruikersnaam en een log-in wachtwoord registreren voor gebruik bij het openen van een SMTP-server.

Om een SMTP-server te gebruiken, moet deze vooraf zijn geprogrammeerd.

Belangrijk

  • Wanneer [Niet opgeven] wordt geselecteerd voor SMTP-verificatie, zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord dat u heeft opgegeven voor de SMTP-verificatie van de instellingen voor Bestandsoverdracht, van toepassing. Meer informatie vindt u in "Bestandsoverdracht".

1Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

2Selecteer [Systeeminstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

3Selecteer [Beheerderstools] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

4Selecteer [Adresboekbeheer] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

5Selecteer [Programmeren/Wijzigen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

6Voer het registratienummer dat u wilt registreren in met de cijfertoetsen of de Snelkeuzetoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

U kunt automatisch de registratienummers 001 - 016 specificeren door op de Snelkeuzetoetsen te drukken.

Druk op [Zoeken] om te specificeren op naam, bestemmingslijst, registratienummer, gebruikerscode, faxnummer, e-mailadres of mapbestemming.

7Druk op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

8Druk op [Details].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

9Selecteer [Verif.info] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

10Selecteer [SMTP verificatie] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

11Selecteer [Andere verif.inf. opg.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op [Gebr.].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

12Voer de login gebruikersnaam in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

13Druk op [Wachtw.].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

14Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

15Voer het wachtwoord opnieuw in om te bevestigen en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

16Druk op de [Escape]-toets.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

17Druk op de [Escape]-toets.

18Druk op [Einde].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

19Druk op de [OK]-toets.

20Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Opmerking

  • Zie "Namen registreren" om de naam te registreren.

  • U kunt maximaal 191 tekens invoeren voor de gebruikersnaam.

  • Wanneer u POP gebruikt voor SMTP-verificatie, kunt maximaal 63 karakters invoeren.

  • U kunt maximaal 128 tekens invoeren voor het wachtwoord.

  • Om de instellingen voor SMTP-verificatie te wijzigen, herhaalt u stap 3 t/m 18.