Dit gedeelte beschrijft hoe u de teller voor elke gebruiker kunt weergeven.
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].
Selecteer [Systeeminstellingen] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [Beheerderstools] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Druk op [Gebr.teller weerg./afdr.] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [Afdr.] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer [Per Gebruiker] met [] of [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer de methode van gebruikersselectie met behulp van [] of [] en druk daarna op de [OK]-toets.
Selecteer de gebruiker om af te drukken.
Als u in stap 7 [Handm.] gekozen hebt, voer dan de gebruikerscode in en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Als u in stap 7 Bestemmingslijst weergeven heeft geselecteerd, bevestig dan de gebruikerscode met [] en druk vervolgens op de [OK]-toets.
Selecteer de functie waarvoor u de teller wilt afdrukken met [] of [] en bevestig dit daarna door op [] te drukken. Druk vervolgens op de [OK]-toets.
Druk op de toets [Start].
Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].