Koptekst overslaan
 

snmp

Met het commando “snmp” kunt u de SNMP-configuratie-instellingen, zoals de gemeenschapsnaam, weergeven en bewerken.

Instellingen bekijken

msh> snmp

  • De standaardinstellingen voor toegang 1 zijn:

    Groepsnaam:public

    IPv4-adres: 0.0.0.0

    IPv6-adres:::

    IPX-adres:00000000:000000000000

    Toegangstype:read-only

    Effectief protocol:IPv4/IPv6/IPX

  • De standaardinstellingen voor toegang 2 zijn:

    Groepsnaam:admin

    IPv4-adres: 0.0.0.0

    IPv6-adres:::

    IPX-adres:00000000:000000000000

    Toegangstype:read-write

    Effectief protocol:IPv4/IPv6/IPX

  • Als “-p” wordt toegevoegd, kunt u de instellingen een voor een bekijken.

  • Om de huidige gemeenschap weer te geven, geeft u het registratienummer ervan op.

Weergeven

msh> snmp ?

Configuratie van de gemeenschapsnaam

msh> snmp “number” name “community_name”

  • U kunt tien SNMP-toegangsinstellingen configureren, genummerd van 1 tot 10.

  • Er kan geen toegang worden verkregen tot de printer via SmartDeviceMonitor for Admin of SmartDeviceMonitor for Client indien “public” niet is geregistreerd in de cijfers 1-10. Gebruik, bij het wijzigen van de groepsnaam, SmartDeviceMonitor for Admin en de SNMP Setup-toepassing om deze op de printerinstellingen af te stemmen.

  • De gemeenschapsnaam kan worden ingevoerd met maximaal 15 tekens.

De gemeenschapsnaam verwijderen

msh> snmp “number” clear name

Configuratie van het toegangstype

msh> snmp “number” type “access_type”

Toegangstype

Type van toegangsmachtiging.

no

niet toegankelijk

read

alleen lezen

write

lezen en schrijven

trap

trapberichten worden aan gebruiker gemeld

Protocolconfiguratie

Gebruik het volgende commando om de protocols op "actief" of "niet actief" te zetten. Als u een protocol op "niet actief" zet, worden alle toegangsinstellingen voor dat protocol uitgeschakeld.

msh> snmp {ipv4|ipv6|ipx} {on|off}

  • Geef "ipv4" op voor IPv4, "ipv6" voor IPv6 of "ipx" voor IPX/SPX.

  • {on} betekent “active” en {off} betekent “inactive”.

  • Alle protocols kunnen tegelijkertijd worden uitgeschakeld.

Configuratie voor protocol voor elk registratienummer

msh> snmp “number” active {ipv4|ipv6|ipx} {on|off}

  • Om het protocol van de toegangsinstellingen te wijzigen, gebruikt u het volgende commando. Als u echter een protocol hebt uitgeschakeld met het bovenstaande commando, dan heeft het geen effect als u het hier activeert.

Toegangsconfiguratie

msh> snmp “number” {ipv4|ipv6|ipx} “address”

  • U kunt een hostadres configureren volgens het gebruikte protocol.

  • De netwerk-interfacekaart aanvaardt alleen verzoeken van hosts met IPv4-, IPv6- en IPX-adressen met toegangstypes “read-only” of “read-write”. Voer "0" in om ervoor te zorgen dat de netwerk-interfacekaart verzoeken aanvaardt van alle hosts, zonder dat een bepaald type toegang vereist is.

  • Voer een hostadres in om informatie van het “trap”-toegangstype te bezorgen.

  • Om IPv4 of IPv6 op te geven, voert u "IPv4" of "IPv6" in, gevolgd door een spatie en vervolgens het IPv4- of IPv6-adres.

  • Om IPX/SPX op te geven, voert u "ipx" in, gevolgd door een spatie, het IPX-adres gevolgd door een decimaal getaal en vervolgens het MAC-adres van de netwerkinterfacekaart.

sysLocation-configuratie

msh> snmp location

sysLocation verwijderen

msh> snmp clear location

sysContact-instelling

msh> snmp contact

sysContact verwijderen

msh> snmp clear contact

SNMP v1v2-functieconfiguratie

msh> snmp v1v2 {on|off}

SNMP v3-functieconfiguratie

msh> snmp v3 {on|off}

  • Geef “on” op om deze functie te activeren en “off” om deze uit te schakelen.

SNMP TRAP-configuratie

msh> snmp trap{v1|v2|v3} {on|off}

  • Geef “on” op om deze functie te activeren en “off” om deze uit te schakelen.

Configuratie van de configuratiebevoegdheid van op afstand

msh> snmp remote {on|off}

  • Voer “on” in om de SNMP v1v2-instelling in te schakelen en “off” om uit te schakelen.

SNMP v3 TRAP-configuratieweergave

msh> snmp v3trap

msh> snmp v3trap [1-5]

  • Als een cijfer van 1 tot 5 wordt ingevoerd, worden enkel de instellingen voor dat cijfer weergegeven.

Een verzendadres configureren voor SNMP v3 TRAP

msh> snmp v3trap [1-5] {ipv4|ipv6|ipx} “address”

Een verzendprotocol configureren voor SNMP v3 TRAP

msh> snmp v3trap [1-5] active {ipv4|ipv6|ipx} {on|off}

Een gebruikersaccount configureren voor SNMP v3 TRAP

msh> snmp v3trap [1-5] account “account_name”

  • Voer een accountnaam in met maximaal 32 alfanumerieke tekens.

Een SNMP v3 TRAP-account verwijderen

msh> snmp v3trap [1-5] clear account

Een SNMP v3 TRAP-coderingsalgoritme configureren

msh> snmp v3auth {md5|sha1}

SNMP v3 TRAP-codering configureren

msh> snmp v3priv {auto|on}

  • Stel “auto” in bij de configuratie van de automatische codering.

  • Als u “on” selecteert, wordt communicatie via platte tekst onmogelijk: alleen gecodeerde communicatie is mogelijk.

Opmerking

  • "Gecodeerde communicatie" betekent dat een gecodeerd wachtwoord op het apparaat wordt ingesteld.