Volg de onderstaande procedure om telnet te gebruiken.
Er kan slechts één gebruiker tegelijkertijd inloggen om onderhoud van op afstand uit te voeren.
Als u Windows Vista gebruikt, moet u de telnet-server en de telnet-client op voorhand inschakelen.
Gebruik het IP-adres of de hostnaam van het apparaat om telnet op te starten.
% telnet “IP address”
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie over de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Voor de gebruikersverificatie voert u een log-in gebruikersnaam en wachtwoord in.
Voor de gebruikerscodeverificatie voert u een gebruikerscode in in Gebruikerscode.
Voer een commando in.
Sluit telnet af.
msh> logout
Het configuratiebericht over het opslaan van de wijzigingen verschijnt.
Voer “yes” in om de wijzigingen op te slaan en druk vervolgens op de [Enter]-toets.
Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, voer dan “no” in en druk dan op de [Enter]-toets. Om nog meer wijzigingen door te voeren, voert u “return” in de commandoregel in en drukt u vervolgens op de[Enter]-toets.
Als het bericht “Can not write NVRAM information” verschijnt, worden de wijzigingen niet opgeslagen. Herhaal de bovenstaande procedure.
Wanneer de wijzigingen worden opgeslagen, wordt de netwerkinterfacekaart automatisch opnieuw ingesteld met die wijzigingen.
Wanneer de netwerkinterfacekaart opnieuw wordt ingesteld, wordt de afdruktaak in verwerking afgedrukt. De afdruktaken in de wachtrij worden echter geannuleerd.