Koptekst overslaan
 

Wat u wel en niet moet doen

De volgende items moeten worden nageleefd bij gebruik van dit apparaat.

WAARSCHUWING


  • Houd het apparaat uit de buurt van ontvlambare vloeistoffen, gassen en spuitbussen. Dit om brand of elektrische schokken te vermijden.

VOORZICHTIG


  • Verwijder de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat verplaatst. Pas op dat u het netsnoer niet beschadigt wanneer u het apparaat verplaatst.

Belangrijk

  • Schakel de stroom niet uit als het indicatielampje van de aan-/uitschakelaar aan is of knippert. U kunt anders het geheugen beschadigen.

  • Zorg er voor dat er 100% wordt weergegeven voor het beschikbare geheugen op het scherm voordat u de hoofdstroomschakelaar uitzet of het snoer uit het apparaat trekt. Zie "In-/uitschakelen".

  • Raak de gebieden op of rond de fuseereenheid niet aan. Deze gebieden worden heet.

  • Na het continue scannen van originelen kan de glasplaat warm worden - dit is geen storing.

  • De gebieden rond de ventilatiegaten kunnen warm aanvoelen. Dit wordt veroorzaakt door uitlaatlucht en is geen storing.

  • U kunt een zacht geluid binnen in het apparaat horen als het niet wordt gebruikt en in standby-modus staat. Dit wordt veroorzaakt door het beeldstabilisatieproces en is geen storing.

  • Gebruikt u dit apparaat lang in een kleine ruimte zonder goede ventilatie dan kunt u iets vreemds ruiken. Wij raden aan om de werkruimte goed te ventileren zodat de werkplek aangenaam blijft.

  • Er kan zich condensatie vormen aan de binnenkant van het apparaat als het wordt verplaatst van een koude naar een warme plaats. Laat het apparaat minstens een uur ongebruikt nadat u het heeft verplaatst. Het apparaat heeft die tijd nodig om te wennen aan de nieuwe omgeving.

  • Er doet zich een storing voor in het apparaat als de interne temperatuur te hoog wordt. Zorg ervoor dat u de invoer- en uitlaatgaten niet blokkeert.

  • Zet de stroom niet uit als het apparaat bezig is. Zie "In-/uitschakelen".

  • Open de kleppen van het apparaat niet terwijl het in werking is. Het papier kan vastlopen als u dit doet.

  • Het apparaat niet verplaatsen of kantelen wanneer de stroom is ingeschakeld.

  • Pas op dat er geen kleine voorwerpen, zoals paperclips, in het apparaat vallen of vast komen te zitten.

  • Klop niet op het apparaat als het in werking is (gebruik bijvoorbeeld de oppervlaktes van het apparaat niet om papier recht te kloppen).

  • Tijdens het afdrukken kan er stoom ontsnappen uit het ventilatiegat achter het bedieningspaneel, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de vochtigheidsgraad. Dit is waterdamp van het papier en geen teken dat er zich een storing voordoet.

  • Als er zich condensatie vormt vanwege een snelle temperatuursverandering, kan dit tot resultaat hebben dat het apparaat geen goed gekopieerde afbeeldingen produceert.

  • Zorg ervoor dat u de geregistreerde instellingen van het apparaat noteert voor het geval ze verloren raken door een ongeluk of een storing.

  • De leverancier is op geen enkele manier verantwoordelijk voor verlies of schade die het gevolg is van falen van het apparaat, verlies van instellingen of het gebruik van het apparaat.