In dit onderdeel wordt beschreven hoe u toner kunt toevoegen en kunt bewaren.
|
|
|
|
|
|
|
Vul altijd toner bij wanneer de instructie hiertoe op het apparaat wordt weergegeven.
Als u andere toner gebruikt dan van het aanbevolen type, kunnen storingen optreden.
Zet de bedieningsschakelaar niet uit wanneer u toner bijvult. De instellingen gaan dan verloren.
Bewaar tonerflessen op een koele, droge plek uit de buurt van direct zonlicht.
Bewaar de tonerflessen op een vlak oppervlak.
Installeer en verwijder tonercartridges niet herhaaldelijk. Hierdoor kan de toner gaan lekken.
Schud niet met de verwijderde tonercartridge. Er zouden restjes toner kunnen rondspatten.
U kunt ongeveer 50 kopieën maken, zelfs nadat de Toner toevoegen indicatielampje gaat branden. U moet de toner echter wel eerder vervangen, om ervoor te zorgen dat de kopieerkwaliteit goed blijft.
Verwante onderwerpen
Toner vervangen