Het papierformaat in de optionele papierlade-eenheid wijzigen (Lade 2 en Lade 3)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het papierformaat in de optionele papierlade-eenheid (Lade 2 en Lade 3) kunt wijzigen.
Als een papierlade te ruw dicht geduwd wordt, kunnen de zijwanden van de lade van hun plaats raken.
Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.
Controleer of de papierranden zijn uitgelijnd met de rechterzijde.
Controleer of het papier in de papierlade niet wordt gebruikt, en trek de lade dan voorzichtig open tot deze stopt.
Haal eventueel papier uit de lade.
Houd de ontgrendelingshendel ingedrukt en schuif de zijafscheiding vervolgens zo, zodat deze is uitgelijnd met het formaat van het papier dat u wilt plaatsen.
Zorg ervoor dat er geen ruimte zit tussen het papier en de zijgeleider.
Terwijl u op de ontgrendelingshendel drukt, schuift u de eindgeleider naar buiten totdat deze is uitgelijnd met het formaat van het papier dat u wilt plaatsen.
Zorg ervoor dat er geen ruimte zit tussen het papier en de eindwand.
Om papier te laden van het formaat 1/4×14
of 81/2×14, trekt u de eindgeleider uit de lade en zet u deze in de hoek aan de linkerkant.
Druk de metalen plaat naar beneden totdat deze op zijn plaats klikt, maak van het papier een mooie rechthoekige stapel en plaats dan het papier met de afdrukzijde naar boven.
Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.
Schuif de papierlade voorzichtig helemaal dicht.
Als u kleine hoeveelheden papier plaatst, moet u opletten dat u ze niet te strak tegen de zijgeleider aan plaatst. Het papier wordt anders mogelijk niet goed ingevoerd als de zijgeleiders te strak tegen de papierranden staan.
