In deze sectie wordt beschreven hoe u papier plaatst dat een vaste afdrukrichting en afdrukzjde heeft (zoals briefpapier).
Papier met een vaste afdrukrichting (van boven naar beneden) of dubbelzijdig papier (bijvoorbeeld briefpapier, geperforeerd papier of gekopieerd papier) wordt wellicht niet juist afgedrukt, afhankelijk van hoe de originelen worden geplaatst. Stel [Instelling Briefhoofd] op [Aan] onder [Kopieereigenschappen], en plaats dan het origineel en papier zoals hieronder afgebeeld. Zie de Kopieerhandleiding voor details over Instelling Briefhoofd. Zie de Printerhandleiding voor details over afdrukken met de printerfunctie.
Richting van origineel
Glasplaat |
ADF |
||
---|---|---|---|
*1 |
|
*1 |
*1 Als u kopieën maakt met de duplexfunctie in deze richting door de instelling [Altijd opgeven] voor [Richting] met [Kopieereigenschappen] in Gebruikersinst., moet u selecteren voor de richting van het origineel.
*2 Als u kopieën maakt met de duplexfunctie in deze richting, en de richting van het geplaatste papier is , moet u de originelen invoeren zoals hieronder wordt afgebeeld.
Als onder [Kopieereigenschappen] [Richting] is ingesteld op [Altijd opgeven], moet u papier invoeren in de richting.
Papier invoerrichting
Stel in [Papierlade-instellingen] onder [Systeeminstellingen] [Briefhoofd] in als “Papiersoort” van de papierlade die u wilt gebruiken. Deze instelling is alleen beschikbaar als de printer-/scanner- en faxeenheden zijn geïnstalleerd. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.