U kunt een document verzenden dat met een Windows-toepassing is gemaakt vanaf een computer die is aangesloten op het apparaat naar een ander faxapparaat.
Sluit computers aan op het apparaat via parallelle poort, LAN, wireless LAN of USB 2.0.
Om een fax te verzenden, selecteert u [Afdrukken...] in een Windows-toepassing, selecteert u LAN-Fax als printer en geeft u vervolgens een bestemming op. Met LAN-Fax kunt u papierloos faxen vanaf uw computer naar andere bestemmingen.
Behalve het verzenden van faxberichten, kunt u met het LAN-Faxstuurprogramma dit apparaat ook gebruiken om ter controle documenten af te drukken die op een computer zijn gemaakt.
Als u het LAN-Fax-stuurprogramma wilt gebruiken, verbindt u dit apparaat met computers en voert u de gewenste netwerkinstellingen uit. Vervolgens installeert u het LAN-Fax-stuurprogramma en de bijbehorende hulpprogramma's op uw computer.
Om IP-Faxbestemmingen of Internetfax-bestemmingen op te geven, moeten de optionele harde schijf en de printer/scanner-functies zijn geïnstalleerd.
Fouten die optreden wanneer het apparaat als LAN-Fax wordt gebruikt, worden niet op de computer weergegeven. Controleer op fouten met Web Image Monitor. Zie de Help bij Web Image Monitor.
Wij raden u aan Web Image Monitor te gebruiken in dezelfde netwerkomgeving als dit apparaat. Anders wordt de webbrowser misschien niet geopend en kan een fout optreden.
Deze functie ondersteunt zowel IPv4- als IPv6-adressen.
Verwante onderwerpen
Voor gebruik