Faxhandleiding
In dit hoofdstuk worden de basishandelingen voor het verzenden uitgelegd, zoals het aangeven van een verzendmodus of een bestemming.
In deze sectie worden de functies uitgelegd die u kunt toepassen bij gebruik van de instelling TX modus, zoals Verzenden op een bepaald tijdstip (uitgesteld verzenden) en Labels invoegen. Met TX modus kunt u verschillende functies voor verzendingen gebruiken.
In dit hoofdstuk worden ontvangst en ontvangstfuncties uitgelegd, zoals het afdrukken van ontvangen documenten of het routeren van ontvangen documenten naar andere faxapparaten.
In dit onderdeel worden de eigenschappen van de Taakinformatie-toets uitgelegd. Deze kunt u gebruiken om communicatieresultaten op het scherm of op afgedrukte rapporten te bevestigen.
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de faxfunctie van dit apparaat kunt gebruiken vanaf een computer via een netwerk.
In dit onderdeel worden de gebruikersinstellingen beschreven in het menu Faxeigenschappen.
In dit hoofdstuk worden de specificaties van de faxfunctie uitgelegd.