Koptekst overslaan
 

IP-Faxinstellingen

In dit onderdeel worden de gebruikersinstellingen beschreven in het menu IP-Faxinstelingen onder Faxeigenschappen.

Standaardinstellingen worden vetgedrukt weergegeven.

U moet instellingen maken om van IP-Fax gebruik te kunnen maken.

Stel H.323 in voor de gatekeeper, SIP voor SIP-server en de VoIP-gateway op G3 fax, indien dit nodig is. Controleer de instellingen van het netwerk waar dit apparaat op is aangesloten voordat u opties gaat instellen.

U kunt de volgende tekens gebruiken voor de registratie van het alias-telefoonnummer in de H.323 instelling. Zorg ervoor dat u deze tekens correct invoert:

De volgende tekens kunnen worden gebruikt voor registratie van de SIP Gebruikersnaam in SIP instellingen. Zorg ervoor dat u deze tekens correct invoert:

Gebruik cijfers en punten (“.”) om de juiste IP-adressen in te voeren voor de gatekeeper, SIP-server en VoIP-gateway. Raadpleeg de beheerder voor de correcte IP-adressen.

H.323 inschakelen

Geef op of H.323 al dan niet wordt gebruikt voor IP-Faxverzending.

De standaardinstelling is Uit.

SIP inschakelen

Geef op of SIP al dan niet wordt gebruikt voor IP-Faxverzending.

De standaardinstelling is Uit.

H.323-instellingen

Stel het IPv4-adres en alias-telefoonnummer in van de gatekeeper.

Stel voor het gebruik van de gatekeeper de parameterinstelling (schakelaar 34, bit 0) in op “Aan”.

De standaard parameterinstelling voor schakelaar 34, bit 0 is Uit.

  1. Selecteer [Faxeigensch.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  2. Selecteer [IP-Faxinstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  3. Selecteer [H.323 instellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  4. Selecteer [Gatekeeper-adres (Hoofd)] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  5. Voer het IPv4-adres van de gatekeeper in en druk op de [OK]-toets.

  6. Selecteer [Eigen Faxnummer] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  7. Voer het Eigen faxnummer in en druk op de [OK]-toets.

  8. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

SIP-instellingen

Stel het IP-adres of hostnaam van de SIP servers in en de SIP gebruikersnaam. U kunt voor de SIP-server een IPv4-adres of IPv6-adres registreren. U kunt geen IPv4-mapped adres registreren.

Stel voor het gebruik van de SIP-server de parameterinstelling (schakelaar 34, bit 1) in op “Aan”.

De standaard parameterinstelling voor schakelaar 34, bit 1 is Uit.

  1. Selecteer [Faxeigensch.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  2. Selecteer [IP-Faxinstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  3. Selecteer [SIP instellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en vervolgens op de [OK]-toets.

  4. Selecteer [Proxy Serveradres (Hoofd)] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Een proxy-server geeft belaanvragen en -antwoorden door.

  5. Voer het IP-adres van de proxy-server in en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  6. Selecteer [Serveradr.(Hoofd) opn.strn] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Een redirect server verwerkt vragen over aangevraagde bestemmingen.

  7. Voer het IP-adres van de doorzendserver in en druk op de [OK]-toets.

  8. Selecteer [Registrator Adres (Hoofd)] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Een register server registreert locatie-informatie van gebruikeragenten (die overeenstemmen met telefoons of faxapparaten op openbare telefoonlijnen) op een IP-netwerk.

  9. Voer het IP-adres in van de register server en druk op de [OK]-toets.

  10. Selecteer [SIP Gebruikersnaam] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  11. Voer de SIP Gebruikersnaam in en druk op de [OK]-toets.

  12. Selecteer [SIP Digest verificatie] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  13. Geef op of SIP Digest verificatie moet worden uitgevoerd en druk op de [OK]-toets.

    Als u [Aan] selecteert, moet u het wachtwoord invoeren van maximaal 128 tekens.

  14. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Gateway instellingen

De VoIP-gateway die wordt gebruikt voor het verzenden naar IP-Fax registreren, wijzigen of wissen. Registreer voor gebruik van de VoIP-gateway zonder de gatekeeper/SIP server te gebruiken. U kunt een IPv4- of IPv6-adres voor de gateway registreren. U kunt geen IPv4-mapped adres registreren.

Programmeren/aanpassen van de VoIP-gateway:

  1. Selecteer [Faxeigensch.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  2. Selecteer [IP-Faxinstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  3. Selecteer [Gateway instellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  4. Selecteer [Programmeren/Wijzigen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  5. Selecteer [Niet geprogrammeerd] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  6. Voer het kengetal in met de cijfertoetsen en druk op de [OK]-toets.

    Voor documenten verzonden via een VoIP-gateway naar G3-Fax, kunnen kengetallen worden gebruikt. Als de eerste paar cijfers van het specifieke kengetal van IP-Fax nummer en VoIP-gateway identiek zijn, kunnen documenten worden verzonden met de geregistreerde cijfers van de VoIP-gateway. Bijvoorbeeld, als zowel 03 als 04 zijn geregistreerd als VoIP-gatewaynummer, terwijl ook 0312345678 is opgegeven, kunnen documenten worden verzonden via een VoIP-gateway waarvoor 03 wordt gebruikt als kengetal.

    Als u de VoIP-gateways wilt gebruiken, ongeacht de IP-Fax bestemmingsnummers, dan hoeft u alleen de VoIP-gateway-adressen te registreren zonder het kengetal te registreren.

  7. Voer het VoIP-gatewayadres in en druk op de [OK]-toets.

  8. Selecteer [H.323] of [SIP] met de [Pijl-omhoog] of de [Pijl-omlaag], en druk op de [OK]-toets.

  9. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Een VoIP-gateway wissen:

  1. Selecteer [Faxeigensch.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  2. Selecteer [IP-Faxinstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  3. Selecteer [Gateway instellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  4. Selecteer [Verw.] met de [Pijl-omhoog] of de [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  5. Selecteer de VoIP-gateway die u wilt verwijderen met behulp van [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  6. Druk op [Ja].

  7. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Opmerking

  • Voor nadere details over het instellen van parameters, zie "Parameterinstellingen".