Koptekst overslaan
 

Ontvangstinstellingen

In dit onderdeel worden de gebruikersinstellingen beschreven in het menu Ontvangstinstellingen onder Faxeigenschappen.

Ontvangstmodus omschakelen

Geef de methode voor het ontvangen van faxdocumenten aan.

De standaardinstelling is Automatische ontvangst.

RX modus automatische schakeltijd

Specificeer het aantal keren dat het apparaat over gaat met de Automatische schakeltijd.

In de modus Automatische schakeltijd gaat het apparaat een aantal keer over om u de kans te geven de telefoon op te nemen voordat het gesprek automatisch wordt beantwoord.

De standaardinstelling is 8 keer.

  1. Selecteer [Faxeigensch.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  2. Selecteer [Ontvangstinstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  3. Selecteer [RX modus auto.schakeltijd] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  4. Voer het aantal keren dat de telefoon over moet gaan in van 1 t/m 29 met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  5. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Geautoriseerde ontvangst

Geef op of ongewenste faxdocumenten eruit geselecteerd moeten worden.

De standaardinstelling is Uit.

Om deze functie te gebruiken, programmeert u op voorhand de Speciale afzender functie. Voor meer informatie, zie "Het programmeren van een speciale afzender".

Geruit merkteken

Geef aan of een geruit merkteken al dan niet moet worden afgedrukt op de eerste pagina van ontvangen faxdocumenten.

De standaardinstelling is Aan.

Centreerteken

Geef aan of al dan niet een middenteken halverwege de linkerzijde en boven in het midden van elke ontvangen pagina moet worden afgedrukt.

De standaardinstelling is Aan.

Ontvangsttijd afdrukken

Geef aan of de datum en tijd van ontvangst al dan niet onderaan ontvangen faxdocumenten moeten worden afgedrukt.

De standaardinstelling is Uit.

2-zijdig afdrukken

Geef aan of ontvangen faxdocumenten al dan niet moeten worden afgedrukt op zowel de voorzijde als de achterzijde van het papier.

De standaardinstelling is Uit.

Ontvangst bestanden instellingen

Selecteer of ontvangen documenten moeten worden opgeslagen op de harde schijf en later moeten worden afgedrukt of direct moeten worden afgedrukt zonder te worden opgeslagen.

De standaardinstelling is Afdrukken.

Voor nadere details over het instellen van Ontvangstbestanden, zie “Instelling ontvangstbestanden”.

Opgesl ontv.best gebr.inst (Opgeslagen ontvangstbestand gebruikersinstelling)

U kunt de beheerder opgegeven voor het beheer van documenten die zijn opgeslagen op het apparaat nadat faxdocumenten zijn ontvangen. Als u de beheerder wilt opgeven, voert u de gebruikerscode van de beheerder in voor het beheren van documenten met Web Image Monitor of DeskTopBinder.

U moet de gebruikerscode van de beheerder tevoren registreren in de bestemmingslijst.

Deze functie is beschikbaar als [Opslaan (melden)] of [Opslaan (niet melden)] is geselecteerd in “Ontv. bestanden instelling”.

Wij raden u aan Web Image Monitor te gebruiken in dezelfde netwerkomgeving als dit apparaat. Anders wordt de webbrowser misschien niet geopend en kan een fout optreden.

De standaardinstelling is Niet instellen.

  1. Selecteer [Faxeigensch.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  2. Selecteer [Ontvangstinstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  3. Selecteer [Opgesl ontv.best gebr.inst] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk op de toets [OK].

  4. Als u een gebruikerscode wilt gebruiken, selecteer dan [Instellen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

  5. Zoek en selecteer een gebruiker met de snelkeuzetoetsen of de toets [Zoek bestemming] en druk op de [OK]-toets.

  6. Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

    Als de geprogrammeerde gebruikerscode is verwijderd met de functie Adresboekbeheer onder Systeeminstellingen, dan kunt u ontvangen en opgeslagen documenten niet bekijken met Web Image Monitor.

    Selecteer [Niet instellen] in stap 4 of programmeer de gebruikerscode opnieuw.