U kunt de afbeeldingsdichtheid instellen waarmee de originelen worden gescand.
Gebruik de [Afbeeldingsdichtheid]-toets om de afbeeldingsdichtheid binnen vijf niveaus te veranderen.
Druk op de toets [Lichter] of [Donkerder] om de dichtheid van de vijf niveaus te veranderen.
De afbeeldingsdichtheid verandert in vijf stappen als volgt:
U kunt de afbeeldingsdichtheid die is geselecteerd meteen instellen wanneer het apparaat wordt ingeschakeld of zodra de toets [Instellingen verwijderen] wordt ingedrukt. Zie “Standaardwaarden voor verzendfunctie instellen (beginpositie)”.