Koptekst overslaan
 

Het display lezen en de toetsen gebruiken

In dit onderdeel worden de schermonderdelen en bijbehorende toetsen uitgelegd.

Afbeelding van bedieningspaneel met genummerde bijschriften

  1. Selectietoetsen

    Horen bij de onderdelen in de onderste regel van het display.

    Voorbeeld: Het stand-by scherm

    • Als de instructie “Druk op [Schermafbeelding Bedieningspaneel]” in deze handleiding verschijnt, druk dan op de linker selectietoets.

    • Als de instructie "Druk op [Toon]" in deze handleiding verschijnt, druk dan op de middelste selectietoets.

    • Als de instructie "Druk op [TX Modus]" in deze handleiding verschijnt, druk dan op de rechter selectietoets.

  2. De [Escape]-toets

    Druk op deze toets om een actie te annuleren of terug te keren naar het vorige scherm.

  3. De [OK]-toets

    Druk op deze toets om numerieke waarden in te stellen, instellingen te maken of een ingevoerd onderdeel te selecteren.

  4. Scroll toetsen

    Druk op deze toets om de cursor in de gewenste richting te bewegen.

    Wanneer [Pijl-omhoog], [Pijl-omlaag], [Pijl-rechts], of [Pijl-links] wordt weergegeven in deze handleiding, druk dan op de scroll toets in die richting.

Schermafbeelding bedieningspaneel met genummerde bijschriften

  1. Apparaatstatus en bericht

  2. Bestemming invoeren

  3. Selectietoetsen

  4. Schakelt het type bestemming tussen Schermafbeelding Bedieningspaneel (fax of IP-Fax) en Schermafbeelding Bedieningspaneel (Internetfax).

    Selecteer Schermafbeelding Bedieningspaneel voor het opgeven van faxnummers of IP-Fax-bestemmingen.

    Selecteer Schermafbeelding Bedieningspaneel voor het opgeven van Internetfax-bestemmingen (e-mailadressen).

  5. Te selecteren onderdelen

Opmerking

  • Het display verschilt, afhankelijk van de geïnstalleerde optionele eenheden.

  • U kunt een Internetfax-instelling wijzigen onder E-mailinstellingen in het menu Faxeigenschappen. Zie “E-mailinstellingen”.

  • U kunt IP-Fax-instellingen wijzigen onder IP-Faxinstellingen in het menu Faxeigenschappen. Zie “IP-Faxinstellingen”.