In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u de bestemming kunt opgeven bij het verzenden van bestanden naar een gedeelde netwerkmap.
![]()
De gedeelde map moet vooraf op de clientcomputer worden aangemaakt. Zie Windows Help voor meer informatie over het aanmaken van gedeelde mappen.
U kunt de gedeelde map onder Windows 98/Me/2000/XP/Vista, Windows Server 2003/R2,; Windows NT en Mac OS X 10.2 of hoger aanmaken.
Afhankelijk van het besturingssysteem op de clientcomputer is voor toegang tot de gedeelde map mogelijk verificatie vereist.
Dit apparaat ondersteunt geen DFS (Distributed File System).
U kunt op een van de volgende manieren een bestand over het netwerk naar een gedeelde map verzenden:
Het pad naar de bestemming rechtstreeks opgeven
Het pad specificeren door op het netwerk naar de bestemming te bladeren