Specificeer de basis afdrukinstellingen.
Papierlade-instelling
Selecteer welke invoerlade voor het afdrukken gebruikt moet worden. Als u "Autom. pap. sel." kiest, selecteert het apparaat automatisch een invoerlade op basis van het papierformaat en -type gespecificeerd door de taak.
Toegestane marge
Specificeer een toegestaan gebied voor de afstand tussen het afdrukgebied en het papierformaat als u gebruik maakt van "Autom. pap. sel.".
Papieruitvoer
Specificeer de uitvoerlade voor afgedrukt papier.
Automatische ladewisseling
Hiermee kan het apparaat automatisch overschakelen van een lege papierlade naar een andere lade die papier bevat van hetzelfde formaat, richting en type, zonder de taak te onderbreken.
Papiertype
Selecteer een papiertype.
Snijmethode
Selecteer de papiersnijmethode. Wanneer rolpapier wordt geselecteerd als invoerlade, wordt de snijmethode uitgeschakeld.
Vooringesteld snijden (
)
Snijdt het rolpapier op een standaard formaat dat overeenkomt met de breedte van de vellen die zijn ingesteld in de papierlade.
Voorbeeld: Als 594 mm-brede vellen zijn ingesteld in Lade 1 en 841 mm-brede vellen in Lade 2, zal een afbeelding van 590
840 mm worden afgedrukt op een op standaard formaat gesneden vel van 841
594 mm
of 594
841 mm
. Houd er rekening mee dat de instellingen van de invoerlade de richting kunnen veranderen van het afgedrukte vel.
Vooringesteld snijden (
)
Snijdt het rolpapier op een standaard formaat dat overeenkomt met de breedte van de vellen die zijn ingesteld in de papierlade.
Voorbeeld: Als 24inch-brede vellen zijn ingesteld in Lade 1 en 36inch-brede vellen in Lade 2, zal een afbeelding van 23
35 inch worden afgedrukt op een op standaard formaat gesneden vel van 36
24 inch
of 24
36 inch
. Houd er rekening mee dat de instellingen van de invoerlade de richting kunnen veranderen van het afgedrukte vel.
![]()
Als u [Autom. pap. sel.] specificeert voor [Papierlade instelling], zal de rolpapier worden geselecteerd die de korste snede vereist. Als de afdruktaak echter een afbeelding betreft die groter is dan 36
48 inch, wordt de afdruktaak geannuleerd.
Wanneer u de invoerlade specificeert in [Papierlade instelling], wordt het deel van de afbeelding dat niet past binnen het standaard formaat niet afgedrukt.
Synchroon snijden (
)
Snijdt het rolpapier overeenkomstig de breedte van de vellen die zijn ingesteld in de papierlade en de lengte van de afbeelding.
Voorbeeld: Als 594mm-brede vellen zijn ingesteld in Lade 1 en 841mm-brede vellen in Lade 2, zal een afbeelding van 590
840 mm worden afgedrukt op een gesneden vel van 841
590 mm
of 594
840 mm
. Houd er rekening mee dat de instellingen van de invoerlade de richting kunnen veranderen van de afgedrukte vellen. Gebruik deze methode voor het afdrukken van afbeeldingen die groter zijn dan het standaard formaat, zoals een afbeelding van 841
1220 mm.
Synchroon snijden (
)
Snijdt het rolpapier overeenkomstig de breedte van de vellen die zijn ingesteld in de papierlade en de lengte van de afbeelding.
Voorbeeld: Als 24inch-brede vellen zijn ingesteld in Lade 1 en 841mm-brede vellen in Lade 2, zal een afbeelding van 23
35 inch worden afgedrukt op een gesneden vel van 36
23 inch
of 24
35 inch
. Houd er rekening mee dat de instellingen van de invoerlade de richting kunnen veranderen van het afgedrukte vel. Gebruik deze methode voor het afdrukken van afbeeldingen die groter zijn dan het standaard formaat, zoals een afbeelding van 36
49 inch.
![]()
Als u [Automatische ladeselectie] specificeert voor [Papierlade instelling], zal de lade worden geselecteerd met het rolpapier dat de kortste snede vereist.
Als zowel de breedte als de lengte van de gegevens 36 inch overschrijden, zal de lange zijde van het vel worden gesneden op de maximale 36 inch.
Wanneer u de invoerlade specificeert in [Papierlade instelling], wordt het vel afgesneden op de lengte van de lange zijde. Als de afbeelding groter is dan het formaat van het gesneden vel, wordt het deel van de afbeelding dat niet past binnen het gesneden formaat niet afgedrukt.
Verkleinen / Vergroten
Specificeer een schaalmodus voor het verkleinen en vergroten van het afdrukformaat van documenten.
Vergrotingsratio
Specificeer de ratio wanneer Vergrotingsratio is geselecteerd voor "Verkleinen / Vergroten".
Marge aanpassing
Specificeer de binnenmarge rond de originelen. De marge is 0 tot 100 mm in stappen van 1 mm (0 tot 4,00 " in 0,10 ").
Uitpakken
Specificeer of gecomprimeerde taakgegevens moeten worden gedecomprimeerd en uitgepakt voordat ze worden afgedrukt. Wanneer u deze optie selecteert worden afdrukfouten als gevolg van beschadigde archieven gereduceerd, maar wordt het afdrukproces enigszins vertraagd.
Spiegelbeeld
Hierbij worden bij het afdrukken de linker- en rechterkant van de afbeelding omgedraaid.
Positief / Negatief
Hierbij worden afbeeldingen met zwart en wit omgekeerd afgedrukt.
Dithering
Selecteer een dither-patroon dat geschikt is voor de af te drukken afbeelding.
![]()
Als u [Autom.] of [DTP] selecteert voor deze instelling, wordt de afbeelding afgedrukt met [Foto].
Origineelratio Fijn Aanpassing: Horizontaal
Hiermee wordt voor tekeningen op schaal die nauwkeurig moeten worden afgedrukt het verschil in het horizontale formaat aangepast tussen de originele gegevens en de afgedrukte afbeelding. Het ratiobereik is 99,0 - 101,0% en kan worden aangepast in stappen van 0,01%.
Origineelratio Fijn Aanpassing: Verticaal
Hiermee wordt voor tekeningen op schaal die nauwkeurig moeten worden afgedrukt het verschil in het verticale formaat aangepast tussen de originele gegevens en de afgedrukte afbeelding. Het ratiobereik is 99,0 - 101,0% en kan worden aangepast in stappen van 0,01%.
X/Y-as vergroting 1 - X/Y-as vergroting 10
Specificeer de verticale en horizontale waarde wanneer Vergrotingsratio is geselecteerd voor "Verkleinen / Vergroten".
Papier Vouwen
Als de vouwfinisher is geïnstalleerd, kunt u een papiervouwmethode selecteren.
180 graden roteren
Hiermee worden afbeeldingen bij het afdrukken 180 graden geroteerd.