Wanneer er een lampje aan de rechterkant van een functietoets gaat branden, drukt u op de betreffende functietoets. Volg daarna de instructies die op het bedieningspaneel worden weergegeven.

Als er een fout optreedt in de functie die u gebruikt, leest u het bericht dat u op het bedieningspaneel wordt weergegeven en zoekt u de betreffende functie op in "Wanneer een bericht wordt weergegeven".
De volgende tabel licht problemen toe, waardoor het lampje mogelijk is aangegaan.
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Documenten en rapporten worden niet afgedrukt. |
De papieruitvoerlade is vol. |
Verwijder de afdrukken uit de lade. |
Documenten en rapporten worden niet afgedrukt. |
Er is geen kopieerpapier meer. |
Papier bijvullen. Zie "Papier bijvullen", Over dit apparaat. |
Er is een fout opgetreden. |
De functie waarvan het lampje brandt, werkt niet goed. |
Controleer het bericht dat wordt weergegeven en neem gepaste maatregelen. Zie "Wanneer een bericht wordt weergegeven" van elk hoofdstuk. U kunt overige functies normaal gebruiken. |
Het apparaat kan geen verbinding met het netwerk maken. |
Er is een netwerkfout opgetreden. |
|