In dit onderdeel wordt beschreven hoe u toner kunt toevoegen en kunt bewaren.
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
![]()
Vul altijd toner bij wanneer de instructie hiertoe op het apparaat wordt weergegeven.
Als u andere toner gebruikt dan van het aanbevolen type, kunnen storingen optreden.
Zet de bedieningsschakelaar niet uit wanneer u toner bijvult. De instellingen gaan dan verloren.
Installeer en verwijder tonercartridges niet herhaaldelijk. Hierdoor kan de toner gaan lekken.
Schud niet met de verwijderde tonercartridge. Er zouden restjes toner kunnen rondspatten.
![]()
Als het bericht “
Controleer vervanging tonercartridge(s).” wordt weergegeven, is de toner bijna op. Zorg dat u een vervangende tonercartridge bij de hand hebt.
De naam van de benodigde toner en de procedure voor het vervangen kunt u nalezen op het scherm “
Toner bijvullen.”.
Druk op [Systeemstatus] voor het telefoonnummer van het punt waar u benodigdheden kunt bestellen. Zie "Status en instellingen apparaat controleren" in Problemen oplossen.
U kunt de toners voor alle vier de kleuren op dezelfde manier bijvullen.