Koptekst overslaan
 

Instellingen voor papierdikte wijzigen

Selecteer [Normaal papier 1] of [Normaal papier 2], afhankelijk van het type normaal papier.

Als u in Systeeminstellingen, [Instell. papierlade] de optie "Papierdikte" voor het [Papiertype] van elke lade instelt op [Normaal papier], moet u vervolgens [Onderhoud], [Instelling normaal papier] selecteren en, afhankelijk van de dikte van het geladen papier, de optie [Normaal papier 1] of [Normaal papier 2] opgeven.

De standaardinstelling is Normaal papier 2.

Belangrijk

  • Selecteer [Normaal papier 1] als het papiergewicht tussen 60 g/m2 (16 lb.) en 74 g/m2 (20 lb.) ligt.

  • Selecteer [Normaal papier 2] als het papiergewicht tussen 74,1 g/m2 (20 lb.) en 90 g/m2 (24 lb.) ligt.

1Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Afbeelding van de toets Gebruikersinstellingen/Teller

2Druk op [Onderhoud].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

3Druk op [Instelling Normaal papier].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

4Selecteer afhankelijk van het papier dat u wilt instellen het type normaal papier voor elke lade, en druk op [OK].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

5Druk op [Afsluiten].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

6Druk op [Afsluiten].

Opmerking

  • Als u in Systeeminstellingen, [Instell. papierlade] de optie "Papierdikte" voor het [Papiertype] van elke lade instelt op [Normaal papier], moet u vervolgens [Onderhoud], [Instelling normaal papier] selecteren en, afhankelijk van de dikte van het geladen papier, [Normaal papier 1] of [Normaal papier 2] opgeven. In Systeeminstellingen, [Instell. papierlade] kunt u voor het [Papiertype] van elke lade de optie [Normaal papier], [Medium dik], [Dik papier 1], [Dik papier 2] of [Dik papier 3] opgeven. Zie "Aanbevolen papiergrootten en -typen" voor details.