Koptekst overslaan
 

Op het bedieningspaneel weergegeven berichten tijdens het gebruik van de scannerfunctie

Dit onderdeel beschrijft de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor foutberichten die kunnen verschijnen op het bedieningspaneel.

Belangrijk

  • Wordt er een bericht weergegeven dat hier niet is beschreven, volg dan de instructies van het bericht. Voor informatie over hoe u de hoofdschakelaar moet uitschakelen, zie "Spanning Aan-/Uitschakelen", Over dit apparaat.

Bericht

Oorzaak

Oplossing

“Verificatie is mislukt.”

De ingevoerde log-in gebruikersnaam of het log-in wachtwoord is niet juist.

Neem contact op met de beheerder voor de juiste log-in gebruikersnaam en wachtwoord.

“Verificatie is mislukt.”

Het apparaat kan geen verificatie uitvoeren.

Neem contact op met de beheerder.

“Verificatie van de bestemming is mislukt. Controleer instellingen. Om huid. status te contr., druk op [Status gescande bestanden].”

De ingevoerde gebruikersnaam of het ingevoerde wachtwoord was ongeldig.

  • Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord correct zijn.

  • Controleer of de ID en het wachtwoord voor de bestemmingsmap correct zijn.

  • Een wachtwoord van 128 of meer tekens kan wellicht niet herkend worden.

“Kan niet met PC communiceren. Neem contact op met beheerder.”

WSD (Apparaat) protocol of WSD (Scanner) protocol is uitgeschakeld.

Gebruik IPv4 of IPv6, aanwezig op [Configuratie] in Web Image Monitor, om WSD (Apparaat) en WSD (Scanner) in te schakelen.

“Origineelformaat is niet herkenbaar. Selecteer scanformaat.”

Het formaat van het origineel op de glasplaat is geen standaardformaat.

  • Plaats het origineel op de juiste manier.

  • Geef het scanformaat op.

  • Bij het plaatsen van een origineel direct op de glasplaat, wordt door het optillen/zakken van de afdekplaat of ADF de automatische formaatbepaling uitgevoerd. Til het afdekglas of ADF op met een hoek van meer dan 30 graden.

“Kan het specifieke pad niet vinden. Controleer a.u.b de instellingen.”

De naam of mapnaam van de bestemmingscomputer is ongeldig.

Controleer of de computernaam en de mapnaam voor de bestemming correct zijn.

“Kan het specifieke pad niet vinden. Controleer a.u.b de instellingen.”

Een antivirusprogramma of een firewall voorkomt dat het apparaat kan verbinden aan uw computer.

  • Antivirus-programma's en firewalls kunnen voorkomen dat clientcomputers een verbinding maken met dit apparaat.

  • Om te voorkomen dat een antivirustoepassing de verbinding blokkeert, registreer dan het faxprogramma in de veilige lijst van het antivirusprogramma. Voor meer informatie over het veiligstellen van een programma, zie de helpfunctie van uw antivirustoepassing.

  • Om te voorkomen dat een firewall de verbinding blokkeert, registreer het IP-adres van het apparaat in de IP-adres vrijstellingsinstellingen van het apparaat. Voor meer informatie over het vrijstellingsprocedure van een IP-adres. zie de helpfunctie van uw firewall.

“Kan niet beginnen met scannen, omdat de communicatie mislukt is.”

Scanprofiel is niet ingesteld op de clientcomputer.

Stel Scanprofiel in. Voor meer informatie over hoe dit gedaan kan worden, zie "Nieuw scanprofiel maken", Scannerhandleiding.

“Kan niet beginnen met scannen, omdat de communicatie mislukt is.”

De instelling [Geen actie ondernemen] is geselecteerd op de client computer, waardoor de computer van de klant gedwongen ongebruikt blijft wanneer er scangegevens ontvangen worden.

Open de Scannereigenschappen, klik op het tabblad [Gebeurtenissen], selecteer [Start dit Programma] als computerantwoord op het ontvangen van scangegevens, Voor meer informatie, zie de helpfunctie van uw aansturingssysteem.

“Kan het scannen niet starten. Controleer de instelling(en) op de PC.”

Het Scanprofiel is misschien onjuist geconfigureerd.

Controleer de configuratie van het Scanprofiel.

“Kan niet schrijven naar het geheugenopslagapparaat. Controleer het geheugenopslagapparaat en de apparaatinstellingen.”

Het geheugenapparaat is defect of de bestandsnaam bevat een teken dat niet gebruikt kan worden.

  • Controleer of het geheugenapparaat defect is.

  • Controleer het geheugenapparaat. Mogelijk is het ongeformatteerd of het formaat is niet compatibel met dit apparaat.

  • Controleer de bestandsnaam die is ingesteld ten tijde van het scannen. Voor meer informatie over de tekens die gebruikt kunnen worden bij bestandsnamen, zie "Specificeren Bestandsnaam", Scannerhandleiding.

“Kan niet naar het geheugenopslagapparaat schrijven omdat de resterende ruimte onvoldoende is.”

Het geheugenapparaat is vol en scangegevens kunnen niet opgeslagen worden. Zelfs wanneer het geheugenapparaat voldoende ruimte lijkt te hebben, kunnen gegevens mogelijk niet opgeslagen worden wanneer het maximale aantal opgeslagen bestanden overschreden wordt.

Vervang het geheugenapparaat.

Wanneer het document wordt gescand met [Scaninstellingen] ingesteld op "Scheiden" of "Enkele pagina", worden de gegevens die al naar het geheugenapparaat geschreven zijn opgeslagen zoals ze zijn. Vervang het geheugenapparaat en druk op [Opnieuw proberen] om de resterende gegevens op te slaan of druk op [Annuleren] om de scan opnieuw te doen.

“Kan niet naar het geheugenopslagapparaat schrijven omdat het beschermd is tegen schrijven.”

Het geheugenapparaat is beschermd tegen schrijven.

Ontgrendel de schrijfbescherming op het geheugenapparaat.

“Het afgevangen bestand heeft max. aantal pag. per bestand overschreden. Kan de gescande gegevens niet verzenden.”

Het maximale aantal pagina's per bestand is overschreden.

Verminder het aantal pagina's in het verzonden bestand en verzend het bestand dan opnieuw. Zie "Opslagfunctie", Scannerhandleiding.

“Verbinding met de LDAP server is mislukt. Controleer de serverstatus.”

Er is een netwerkfout opgetreden en de verbinding is mislukt. Probeer het nogmaals.

  • Probeer het nogmaals. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, dan is het netwerk wellicht bezet.

  • Controleer onder [Beheerdertoepas.] bij [Systeeminstellingen] de instellingen van de LDAP server. Voor meer informatie, zie "Programmeren van de LDAP-server", Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.

“Bevat ongeldig(e) teken(s). Voer alstublieft opnieuw in.”

De bestandsnaam bevat een teken dat niet gebruikt kan worden.

Controleer de bestandsnaam ten tijde van het scannen. Voor meer informatie over tekens die gebruikt kunnen worden bij bestandsnamen, zie "Bestandsnaam specificeren", Scannerhandleiding.

“Bestemmingen waar gecodeerde bestanden naar worden verzonden bevatten gebruikers zonder certificaten of met ongeldige certificaten. Controleer de bestemmingen.”

De S/MIME-certificaten van de bestemming zijn ongeldig of kunnen niet worden gevonden.

Neem contact op met de beheerder.

“Bestemmingen waar gecodeerde bestanden naar worden verzonden bevatten gebruikers die niet konden worden geverifieerd door de certificaten. Controleer de bestemmingen.”

De S/MIME-certificaten zijn geldig, maar de certificaatbevoegdheid voor de bestemming kon niet worden gevonden.

Neem contact op met de beheerder.

“Ingevoerde gebruikerscode is niet juist.”

U heeft een onjuiste gebruikerscode ingevoerd.

Controleer de verificatie-instellingen en voer dan een correcte gebruikerscode in.

“Max. formaat van e-mail overschreden. Verzenden e-mail is geannuleerd. Controleer [Max. E-mailform.] in Scannereigenschappen.”

Het maximale e-mailformaat is overschreden.

  • Verhoog bij [Scannereigenschappen] onder [Verzendinst.] de grootte van [Max. E-mailform.].

  • Stel bij [Scannereigenschappen] onder [Verzendinst.] [E-mail delen & verzenden] in op [Ja (per pagina)] of [Ja (per max. formaat)].

“Max. aant. result. om weer te gev. overs.”

(Er wordt een cijfer geplaatst op n.)

Er zijn meer zoekresultaten dan het maximale aantal dat kan worden weergegeven.

Voer de zoekopdracht opnieuw uit nadat u de zoekvoorwaarden heeft gewijzigd.

“Max. gegevens capaciteit overschreden. Controleer scanresoluties, druk opnieuw op de toets Start.”

De gescande gegevens overschrijden de maximale gegevenscapaciteit.

Geef nogmaals de scangrootte en -resolutie op. Let erop dat het wellicht niet mogelijk is om zeer grote originelen met een hoge resolutie te scannen. Zie "Relatie tussen scanformaat en -resolutie", Scannerhandleiding.

“Max. gegevens capaciteit overschreden. Controleer de scanresolutie en reset _%_ originelen”

Het gescande origineel overschrijdt de maximale gegevenscapaciteit.

Geef nogmaals de scangrootte en -resolutie op. Let erop dat het wellicht niet mogelijk is om zeer grote originelen met een hoge resolutie te scannen. Zie "Relatie tussen scanformaat en -resolutie", Scannerhandleiding.

“Max.aant.alfanumerieke karakters voor het pad overschreden.”

Het maximale aantal op te geven alfanumerieke tekens in een pad is overschreden.

Het maximale aantal tekens dat kan worden ingevoerd voor het pad is 256. Controleer het aantal tekens dat u heeft ingevoerd en voer het pad dan nogmaals in.

“Max. aant. alfanum. tekens is overschreden.”

Het maximale aantal in te voeren alfanumerieke tekens is overschreden.

Zorg ervoor dat het maximale aantal tekens dat u wilt invoeren niet te groot is en voer het opnieuw in. Zie "Waarden van Verschillende ingestelde items voor Verzendings-/Opslag-/Afleverfunctie", Scannerhandleiding.

“Overschrijdt het max. aantal bestanden dat tegelijkertijd kan worden verzonden. Verminder aantal geselect. best.”

Het aantal bestanden overschrijdt het maximale mogelijke aantal.

Verminder het aantal bestanden en verzend ze opnieuw.

“Max.aant. best. dat teg. gebr. kan worden op Document Server is overschr.”

Het maximum aantal bestanden dat kan worden opgeslagen in de Document Server is overschreden.

Controleer de bestanden die door de andere functies zijn opgeslagen en verwijder vervolgens onnodige bestanden. Voor informatie over hoe u bestanden kunt verwijderen, zie "Document Server", Kopieer-/Document Server-handleiding.

“Max. aantal pag. per best. overschr. Wilt u de gescande pagina's opslaan als 1 bestand?”

Het bestand dat is opgeslagen heeft het max.aantal pagina's voor één bestand overschreden.

Geef aan of u de gegevens wilt opslaan of niet. Scan de pagina's die niet zijn gescand en sla ze als een nieuw bestand op. Zie "Bestanden opslaan met gebruik van de Scannerfunctie", Scannerhandleiding.

“Max. aant. stand-by best. overschr. Prob. opnieuw nadat gegevensverz. is voltooid.”

Het maximum aantal stand-by bestanden is overschreden.

Er staan 100 bestanden in de verzendrij voor e-mail, Scan to Folder of bezorgingsfuncties. Wacht totdat deze bestanden zijn verzonden.

“Max. aantal opgeslagen bestanden is overschreden. Kan gescande gegevens niet versturen, omdat het afvangen van bestanden niet beschikbaar is.”

Er staan teveel bestanden in wachtrij om te worden bezorgd.

Probeer het opnieuw nadat ze zijn bezorgd.

“Max.paginacap. per bestand overschr. Druk op [Verzend] om gescande gegev. te verz., of druk [Annuleren] om te verwijderen.”

Het aantal gescande pagina's overschrijdt de maximale paginacapaciteit.

Selecteer of u de gegevens tot zover wilt verzenden.

“Maximale paginacapaciteit per bestand overschreden. Druk op [Schrijven] om gescande gegevens te schrijven naar het geheugenopslagapparaat of druk [Annuleren] om te verwijderen.”

De scan kon niet voltooid worden, omdat het maximale aantal pagina's dat door dit apparaat gescand kan worden overschreden werd tijdens het schrijven naar het Geheugenapparaat.

Verminder het aantal documenten dat u wilt schrijven naar het geheugenapparaat en probeer opnieuw.

“Maximum aantal opgesl. best. wordt overschreden. Alle overbodige bestanden verwijderen.”

Er staan teveel bestanden in wachtrij om te worden bezorgd.

Probeer het opnieuw nadat ze zijn bezorgd.

“Tijdlim. zoeken naar LDAP server overschr. Contr. serverstatus.”

Er is een netwerkfout opgetreden en de verbinding is mislukt.

  • Probeer het nogmaals. Als het bericht nog steeds wordt weergegeven, dan is het netwerk wellicht bezet.

  • Controleer onder [Beheerdertoepas.] bij [Systeeminstellingen] de instellingen van de LDAP server. Voor meer informatie, zie "Programmeren van de LDAP-server", Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.

“Ongeldige certificaten of geen S/MIME certificaten waren gevonden.”

De S/MIME-certificaten van de bestemming zijn ongeldig of kunnen niet worden gevonden.

Neem contact op met de beheerder.

“LDAP server verificatie is mislukt. Controleer de instellingen.”

De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn anders dan degene die voor LDAP-verificatie zijn ingesteld.

Controleer onder [Beheerdertoepas.] bij [Systeeminstellingen] de instellingen van de LDAP server. Voor meer informatie, zie "Programmeren van de LDAP-server", Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.

“Geheugen is vol. Kan niet scannen. Gescande gegev. zullen worden verwijderd.”

Omdat er onvoldoende harde schijfruimte was, kon de eerste pagina niet worden gescand.

Probeer één van de volgende maatregelen:

  • Wacht even en probeer de scanbewerking dan opnieuw.

  • Verklein het scangebied of verminder de scanresolutie. Zie "Scaninstellingen", Scannerhandleiding.

  • Verwijder onnodige opgeslagen bestanden. Zie "Verwijderen van een opgeslagen bestand", Scannerhandleiding.

“Geheugen is vol. Wilt u het gescande bestand opslaan?”

Omdat er voor opslag in de Document Server niet genoeg vrije ruimte is op de harde schijf in het apparaat, kon een aantal pagina's niet worden gescand.

Geef op of u de gegevens wilt gebruiken of niet.

“Geheugen is vol. Druk op [Schrijven] om de actuele gescande gegevens naar het geheugenapparaat te schrijven, of druk op [Annuleren] om te verwijderen.”

De scan kon niet voltooid worden, omdat er te weinig geheugen beschikbaar was op de harde schijf tijdens het opslaan naar het geheugenapparaat.

Selecteer of u het gescande document wel of niet wilt opslaan op het geheugenapparaat.

“Het geheugen is vol. Het scannen is geannuleerd. Druk op [Verzenden] om gesc. geg. te verz., of druk op [Annuleren] om te verwijderen.”

Omdat er niet genoeg vrije ruimte is op de harde schijf in het apparaat voor bezorging of verzending van e-mail tijdens opslag in de Document Server, kon een aantal pagina's niet worden gescand.

Geef op of u de gegevens wilt gebruiken of niet.

“Opslagapparaat kon niet gevonden worden. Plaats apparaat.”

Er is geen geheugenapparaat geplaatst.

Plaats een geheugenapparaat of controleer of het geheugenapparaat juist geplaatst is het mediaslot.

“Geen papier. Plts pap. van één van volg. form.A3_\p/l\_ B4 JIS_\p/l\_ A4_\p/p\_ A4_\p/l\_ 11x 17_\p/l\_ 8 1/2 x 14_\p/l\_ 8 1/2 x 11_\p/p\_ 8 1/2 x 11_\p/l\_.”

Er is geen papier ingesteld in de opgegeven papierlade.

Plaats papier in de formaten die in het bericht vermeld staan. Zie "Papier plaatsen", Over dit Apparaat.

“Nu WSD plaatsen... Wachten alstublieft.”

WSD Scannerfunctie wordt voorbereid.

Wacht even.

“Er kan maar één geheugenopslagapparaat tegelijk gebruikt worden. Verwijder alle overige media om het schrijven te kunnen hervatten.”

Er kan maar één geheugenapparaat tegelijk geplaatst worden.

Plaats het geheugenapparaat uitsluitend in het mediaslot.

“Origineel wordt gescand via een andere functie. Verander naar volgende functie, druk dan op de toets Stop om het scannen te annuleren of druk op de toets Start om door te gaan. ”

Een functie van het apparaat (niet de scannerfunctie) wordt gebruikt als de kopieerfunctie.

Annuleer de actieve taak.

Druk bijvoorbeeld op [Afsluiten] en vervolgens op de toets [Kopieren]. Druk vervolgens op de toets [Wissen/Stoppen]. Als het bericht “De toets Wissen / Stoppen was ingedrukt. Weet u zeker dat u wilt stop. met scan.?” verschijnt, druk dan op [Stoppen].

“Uitvoer buffer is vol. Verzending is geannuleerd. Probeer het later nog eens.”

Er staan teveel taken in stand-by status en het verzenden is geannuleerd.

Probeer opnieuw te verzenden nadat het verzenden van de taken in de stand-by status is voltooid.

“Voorbereiden voor het verzenden van gegevens... Wachten alstublieft.”

Gegevens worden voorbereid vor verzending naar een clientcomputer.

Wacht tot de gegevens verstuurd zijn.

Dit bericht verschijnt wanneer het apparaat werkt op een gemengd netwerk of wanneer er wijzigingen werden gemaakt aan de netwerkinstellingen werden gewijzigd tijdens een WSD scantransmissie. Controleer bij uw systeembeheerder.

“SMTP verificatie e-mailadres en e-mailadres beheerder komen niet overeen.”

Het SMTP-verificatie e-mailadres en het e-mailadres van de beheerder komen niet overeen.

Neem contact op met de beheerder.

“Geselect. bestand is momenteel in gebruik. Kan bestandsnaam niet wijzigen.”

U kunt niet de naam wijzigen van een bestand met de status "Wachten..." of van een bestand dat is bewerkt met DeskTopBinder.

Annuleer verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en wijzig vervolgens de bestandsnaam.

“Geselecteerde bestand is momenteel in gebruik. Kan wachtwoord niet wijzigen.”

U kunt het wachtwoord niet wijzigen van een bestand met de status "Wachten..." of van een bestand dat is bewerkt met DeskTopBinder.

Annuleer verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en wijzig vervolgens het wachtwoord.

“Geselecteerde bestand is momenteel in gebruik. Kan gebruikersnaam niet wijzigen.”

U kunt de naam niet wijzigen van een afzender wiens status "Wachten..." is of die is bewerkt met DeskTopBinder.

Annuleer verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en wijzig vervolgens de gebruikersnaam.

“Het verzenden van de gegevens is mislukt. Gegevens worden later opnieuw verz.”

Er is een netwerkfout opgetreden en een bestand is niet correct verzonden.

Wacht totdat automatisch na de vooraf ingestelde interval opnieuw wordt geprobeerd te versturen. Als het daarna weer niet lukt, neem dan contact op met de netwerkbeheerder.

“Bevat enkele ongeldige bestemmingen. Wilt u alleen geldige bestemmingen selecteren?”

De opgegeven groep bevat een aantal bestemmingen voor het verzenden per e-mail en een aantal bestemmingen voor het verzenden per Scan to Folder. Deze zijn beide niet compatibel met de opgegeven verzendingsmethode.

Druk op [Selecteren] in het bericht dat na iedere verzending verschijnt.

“Sommige geselect. best. zijn momenteel in gebruik. Ze kunnen niet verwijderd worden.”

U kunt geen bestand verwijderen dat in de wachtrij staat voor verzending ("Wachten..." status weergegeven) of waarvan de informatie is gewijzigd met DeskTopBinder.

Annuleer verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en verwijder vervolgens het bestand.

“De bestemmingslijst is bijgewerkt. De gespecificeerde bestemming(en) of afzender(s) is/zijn gewist.”

Een opgegeven bestemming of afzendernaam is gewist toen de bestemmingslijst in de bezorgingsserver werd bijgewerkt.

Geef de bestemming of de afzendernaam opnieuw op.

“De geselect. best. bevat best. zonder toegangsprivileges. Alleen best. met toegangspriv. zullen worden verwijderd.”

U heeft geprobeerd bestanden te verwijderen zonder dat u daartoe bevoegd bent.

Bestanden kunnen worden verwijderd door de bestandsbeheerder. Als u een bestand wilt verwijderen waarvoor u niet gemachtigd bent, neem dan contact op met de beheerder.

“Doorzenden is mislukt. Onvoldoende geheugen in de harde schijf van de bestemming. Om huid. status te contr., druk op [Status gescande bestanden].”

Verzending is mislukt. Er was niet genoeg vrije ruimte op de harde schijf van de SMTP-server, FTP-server of clientcomputer op de bestemming.

Wijs voldoende ruimte toe.

“Doorzenden is mislukt. Om huid. status te contr., druk op [Status gescande bestanden].”

Terwijl er een bestand werd verzonden, is er een netwerkfout opgetreden en kon het bestand niet correct verzonden worden.

Wanneer het bericht weer verschijnt nadat u opnieuw hebt gescand, de oorzaak kan een gemengd netwerk zijn of anders doordat netwerkinstellingen gewijzigd werden tijdens een WSD scantransmissie. Controleer bij uw systeembeheerder.

“Bijwerken bestemmingslijst mislukt. Opnieuw proberen ?”

Er is een netwerkfout opgetreden.

Controleer of de server is aangesloten.

“Bestemmingslijst wordt bijgewerkt... Een ogenblik geduld a.u.b. Geselecteerde bestemmingen en/of namen zijn gewist.”

De bestemmingslijst wordt bijgewerkt.

Als er al een bestemming of afzendernaam was geselecteerd, selecteer deze dan opnieuw nadat dit bericht verdwijnt.

“U heeft niet de privileges om deze functie te gebruiken. ”

De aangemelde gebruiker is niet gemachtigd om de geselecteerde functie te gebruiken.

Neem contact op met de beheerder als u toestemming nodig heeft voor de vereiste functie.