Dit gedeelte verklaart de indicatoren die worden weergegeven als het apparaat de gebruiker vraagt om vastgelopen papier te verwijderen, papier bij te vullen, of andere procedures uit te voeren.
Indicator |
Status |
---|---|
|
Verschijnt als er een papierstoring optreedt. |
|
Verschijnt als het papier op is. Zie "Aanbevolen papierformaten en -typen", Over dit apparaat. |
|
Verschijnt als de toner op is. Zie, "Bijvullen Toner". Over dit Apparaat. |
|
Verschijnt als de nietjes op zijn. Zie "Bijvullen Nieten", Over dit Apparaat. |
|
Verschijnt wanneer de Tonerafvalfles vol is. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. |
|
Verschijnt wanneer de perforatieopvangbak vol is. |
|
Verschijnt wanneer het apparaat slecht functioneert of onderhoud nodig heeft. |
|
Verschijnt wanneer de voorklep, etc. open staat. |