Koptekst overslaan
 

Scherm van de netwerkbezorgingsscanner

In deze paragraaf wordt de schermindeling beschreven bij het gebruik van de netwerkbezorgingsscanner.

De weergegeven functie-items dienen als selectietoets. U kunt een item selecteren of opgeven door erop te drukken. Als u een item selecteert of opgeeft op het weergavepaneel wordt deze gemarkeerd als [Schermafbeelding Bedieningspaneel]. Toetsen die niet kunnen worden geselecteerd, worden weergegeven als [Schermafbeelding Bedieningspaneel].

Genummerde oproepafbeelding schermafbeelding bedieningspaneel

  1. Bestemmingsveld

    De opgegeven bestemming wordt weergegeven. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] als meer dan een bestemming is opgegeven en om door de bestemmingen te scrollen.

  2. Pictogram netwerkbezorgingsscanner

    Dit pictogram geeft aan dat het scherm van de netwerkbezorgingsscanner is geopend.

  3. [Reg.nr.]

    Druk op deze toets om een bestemming op te geven met een registratienummer van drie cijfers.

  4. [Handm. inv.]

    Om een bestand via de bezorgingsserver per e-mail te verzenden naar een bestemming die niet is opgeslagen in de Bestemmingslijst van de bezorgingsserver, drukt u op deze toets om het soft-toetsenbord te openen. Gebruik vervolgens het soft-toetsenbord om het e-mailadres op te geven. Raadpleeg de handleiding bij de ScanRouter-bezorgingssoftware voor meer informatie over het per e-mail verzenden van een bestand via de bezorgingsserver.

  5. Bestemmingslijst

    De lijst van bestemmingen die in de ontvangstserver staan, verschijnt. Als geen enkele bestemming kan worden weergegeven, drukt u op de toets [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om naar het scherm te gaan.

    Het symbool (Schermafbeelding Bedieningspaneel) verwijst naar een groepbestemming.

  6. [Onderwerp] [Naam afzender] [Ontv.Bev.]

    Geef het onderwerp en de afzender op en geef aan of Message Disposition Notification (MDN) al dan niet voor het te verzenden bestand moet worden gebruikt.