Koptekst overslaan
 

De netwerkinstellingen configureren in [Systeeminstellingen]

Configureer de netwerkinstellingen in [Systeeminstellingen] in overeenstemming met uw omgeving en het verwachte gebruik van het apparaat.

In de volgende procedure wordt het aansluiten van deze machine op een IPv4-netwerk met behulp van een Ethernetkabel toegelicht.

De instellingen die u moet configureren, variëren afhankelijk van uw werkomgeving. Voor meer informatie over netwerkinstellingen en configuratieprocedures raadpleegt u de handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.

1Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller] en druk vervolgens op [Systeeminstellingen].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Het scherm Systeeminstellingen wordt nu weergegeven.

2Klik op het tabblad [Interface instell.].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

3Druk op [Apparaat IPv4-adres] om het IPv4-adres van het apparaat op te geven.

Om een statisch IPv4-adres voor dit apparaat op te geven, drukt u op Opgeven, waarna u het IPv4-adres en het subnetmasker ingeeft.

Druk op [Autom. verkrijgen(DHCP)] om automatisch een IPv4-adres van een DHCP-server te verkrijgen.

4Druk op [IPv4 Gateway-adres] en voer vervolgens het IPv4 gateway-adres in.

5Druk op [Effectief protocol] en maak vervolgens de toets [IPv4] actief.

6Klik op het tabblad [Bestandsoverdracht].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

7Druk op [Bezorgingsoptie], en druk vervolgens op [Aan].

Opmerking

  • Als een uitgebreide wireless LAN-kaart (optioneel) geïnstalleerd is, drukt u op [Type LAN]op de tab [Interface instellingen], waarna u op [Ethernet] drukt om de netwerkinstellingen te configureren.