Koptekst overslaan
 

Als bi-directionele communicatie is uitgeschakeld

Instellingen voor de apparaatopties als bi-directionele communicatie is uitgeschakeld.

Belangrijk

  • In Windows 2000/XP/Vista en Windows Server 2003/2003 dient u printerbeheerder te zijn om de printereigenschappen te wijzigen in de map [Printers]. Log in als beheerder of als lid van de Power Users-groep.

1Klik in het menu [Start] op [Printers en Faxen].

Het venster [Printers en Faxen] verschijnt.

Wanneer u Windows 2000 gebruikt wijst u naar [Instellingen] in het menu [Start] en klikt u vervolgens op [Printers]. Het venster [Printers] verschijnt.

Wanneer u Windows Vista gebruikt klikt u op [Configuratiescherm] in het menu [Start] en daarna op [Printers]. Het venster [Printers] verschijnt.

2Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.

3Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen].

Wanneer u Windows Vista gebruikt, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. Daarna klikt u op [Eigenschappen].

4Klik op het tabblad [Accessoires wijzigen].

Als de opties op het tabblad [Accessoires wijzigen] zijn uitgeschakeld, is de bidirectionele verbinding ingeschakeld. In dat geval is een wijziging in de optie-instellingen niet nodig.

Als u het RPCS-printerstuurprogramma gebruikt, klikt u op het tabblad [Accessoires wijzigen].

5Selecteer opties, geïnstalleerd vanuit het gebied [Printeropties selecteren:], en maak vervolgens de benodigde instellingen.

6Selecteer de totale hoeveelheid geheugen in [Totaal geheugen:], wanneer de optionele SDRAM-module is geïnstalleerd.

7Klik onder [Instellingen papierinvoerlade:], op de lade die gebruikt moet worden en selecteer vervolgens het juiste formaat, de positie en de soort voor de lade. Selecteer het selectievakje [Autom. ladekeuze niet gebruiken] om de lade uit te sluiten als doel voor automatische ladekeuze.

8Klik op [OK] om het dialoogvenster printereigenschappen te sluiten.