![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
U kunt printerinstellingen maken voor een specifieke toepassing.
Om de printerinstellingen te maken voor een specifieke toepassing, moet u het dialoogvenster printereigenschappen openen vanuit die toepassing. Hieronder vindt u informatie over het maken van instellingen voor de toepassing WordPad in Windows 95/98/Me.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken].
Het dialoogvenster [Afdrukken] verschijnt.
Selecteer de gewenste printer in de lijst [Naam] en klik vervolgens op [Eigenschappen].
Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
Maak de noodzakelijke instellingen en klik vervolgens op [OK].
Klik op [OK] om het afdrukken te starten.
De procedure voor het openen van het dialoogvenster Printereigenschappen kan per toepassing verschillen. Voor meer informatie, zie de handleidingen die meegeleverd zijn bij de toepassing die u wilt gebruiken.
Bij sommige toepassingen worden niet de instellingen van het printerstuurprogramma maar de eigen standaardinstellingen van de toepassing gebruikt.
Instellingen die u maakt volgens onderstaande procedure gelden alleen voor de huidige toepassing.
Algemene gebruikers kunnen de eigenschappen wijzigen die worden weergegeven in het dialoogvenster [Afdrukken] van een toepassing. Instellingen die u hier instelt, worden de standaardinstellingen wanneer u vanuit deze toepassing afdrukt.
Voor meer informatie, zie het Help-bestand van het printerstuurprogramma.