![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
U kunt de printerstuurprogramma's vanaf de meegeleverde cd-rom installeren, of downloaden van de website van de leverancier.
Als u besturingssysteem Windows 95 / 98 / Me gebruikt, moet u het printerstuurprogramma downloaden van de website van de producent. Selecteer deze printer en het besturingssysteem dat u gebruikt en download het programma.
Download het PostScript 3-printerstuurprogramma van de website van de leverancier.
Gebruik een zoekterm om de naam van uw model te vinden, download vervolgens het PostScript 3-printerstuurprogramma van de website van de leverancier.
Sla het op waar u het makkelijk kunt bereiken.
[Opgeslagen bestand] is een zelf-uitpakkend bestand. U dient het vooraf uit te pakken. De map [Opgeslagen bestand] wordt later aangemaakt.
Het installatieprogramma start.
Klik op de map [Opgeslagen bestand] en vervolgens op [Disk1].
Dubbelklik op [SETUP.EXE].
De wizard Printer toevoegen start.
Klik op [Volgende >].
Klik op [Lokale printer] en vervolgens op [Volgende >].
Een dialoogvenster voor het selecteren van de printerproducent en modelnaam verschijnt.
Selecteer de naam van het apparaat waarvoor u het printerstuurprogramma wilt installeren en klik vervolgens op [Volgende >].
Klik in het venster [Beschikbare poorten:] op [Printerpoort] en vervolgens op [Volgende >].
Wijzig desgewenst de naam van de printer en klik vervolgens op [Volgende >].
Schakel het selectievakje [Ja] in om de printer als standaardprinter te configureren.
Geef aan of u een testpagina wilt afdrukken en klik vervolgens op [Voltooien].
Ga in het menu [Start] naar [Instellingen] en klik vervolgens op [Printers].
Het scherm [Printers] wordt geopend.
Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken. Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen].
Klik bij het tabblad [Details] op [Toevoegen poort...].
Klik op [DeskTop Binder - SmartDeviceMonitor] in de lijst [Overige] en vervolgens op [OK].
Klik op [IPP].
Voer in het vak [Printer-URL], "http://(IP-adres van het apparaat of naam van de host)/printer" als het adres van de printer in.
Wanneer serververificatie wordt uitgevoerd, voer "https://(IP-adres van het apparaat of naam van de host)/printer" (Internet Explorer 5.01, of een hogere versie moet geïnstalleerd zijn) in om SSL (een protocol voor gecodeerde communicatie) uit te voeren.
(voorbeeld van een IP-adres: 192.168.15.16)
http://192.168.15.16/printer
https://192.168.15.16/printer
U kunt "http://IP-adres van het apparaat of naam van de host/ipp" invoeren als IP-adres van de printer.
Als het adres "192.168.001.010" is, moet u dit invoeren als "192.168.1.10" om verbinding te kunnen maken met het apparaat.
Voer een naam in voor identificatie van de printer in [IPP-poortnaam]. Gebruik een andere naam dan een bestaande poortnaam.
Als u hier geen naam opgeeft, wordt het adres dat is ingevoerd in het vak [Printer-URL] de IPP-poortnaam.
Klik op [Gedetaill. instellingen] om de proxyserver, de IPP-gebruikersnaam en andere instellingen te configureren. Voer deze instellingen in en klik vervolgens op [OK].
Klik op [OK].
Controleer of de geselecteerde poort is gemarkeerd in [Afdrukken naar de volgende poort] en klik vervolgens op [OK].
Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien.
Na installatie van het printerstuurprogramma kunt u een gebruikerscode instellen. Voor meer informatie over gebruikerscodes, zie het onderdeel Help van het printerstuurprogramma.