![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Bij Z-vouwen selecteert u de vouwposities voor het eerste blad met behulp van het printerstuurprogramma.
De relatie tussen het formaat van het voorblad en dat van de daaropvolgende bladen bepaalt of de volgende bladen een Z-vouw kunnen krijgen.
*1 Selecteer de vouwposities overeenkomstig de afdrukrichting.
*2 Indien het papierformaat hetzelfde is als dat van het voorblad, kan het papier een Z-vouw krijgen op dezelfde manier als het voorblad.