![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Volg de onderstaande procedure om netwerkomgeving-instellingen te maken.
Activeer TCP/IP met het bedieningspaneel en installeer dan de printernetwerkomgeving rondom TCP/IP inclusief IP-adressen.
TCP/IP is de standaardinstelling voor de printer.
Installeer een TCP/IP onder Windows ten einde de netwerkomgeving te installeren.
Raadpleeg de netwerkbeheerder voor informatie over de lokale instelling.
Om af te drukken onder Windows 2000/XP/Vista of Windows Server 2003 moet u de "Afdrukservice voor UNIX" instellen als netwerkapplicatie. Om af te drukken onder Windows NT 4.0 moet u "Microsoft TCP/IP afdrukken" instellen als netwerkapplicatie.