set

Met de volgende opdracht wordt de protocolinformatie weergegeven (actief/inactief).

msh> set ipv4

msh> set ipv6

msh> set appletalk

msh> set netware

msh> set smb

msh> set protocol

• Wanneer het protocol gespecificeerd is, verschijnt er informatie over TCP/IP, Appletalk, Netware en SMB.

msh> set lpr

msh> set lpr6

msh> set ftp

msh> set ftp6

msh> set rsh

msh> set rsh6

msh> set diprint

msh> set diprint6

msh> set web

msh> set snmp

msh> set ssl

msh> set ssl6

msh> set nrs

msh> set rfu

msh> set rfu6

msh> set ipp

msh> set ipp6

msh> set http

msh> set http6

msh> set bonjour

msh> set bonjour6

msh> set nbt

msh> set ssdp

msh> set ssh

msh> set sftp

msh> set sftp6

msh> set wsdev

msh> set wsdev6 

msh> set wsprn

msh> set rhpp

msh> set rhpp6

• Voer "up" in om het gebruik van het protocol in te schakelen en voer "down" in om het gebruik van het protocol uit te schakelen.

U kunt het protocol instellen op "actief" of "inactief".

msh> set ipv4 {up|down}

• Als u IPv4 uitschakelt, heeft u geen toegang op afstand nadat u bent uitgelogd. Als dit een vergissing was, dan is toegang op afstand met IPv4 mogelijk via het bedieningspaneel.

• Uitschakelen IPv4 schakelt ook lpr, ftp, rsh, diprint, web, snmp, ssl, ipp, http, bonjour, wsdev en sftp uit.

msh> set ipv6 {up|down}

• Als u IPv6 uitschakelt, heeft u geen toegang op afstand nadat u bent uitgelogd. Als dit een vergissing was, dan is toegang op afstand met IPv6 mogelijk via het bedieningspaneel.

• IPv6 uitschakelen schakelt ook lpr6, ftp6, rsh6, diprint6, ssl6, ipp6, http6, bonjour 6, wsdev en sftp6 uit.

msh> set ipsec {up|down}

msh> set appletalk {up|down}

msh> set netware {up|down}

msh> set smb {up|down}

msh> set lpr {up|down}

msh> set lpr6 {up|down}

msh> set ftp {up|down}

msh> set ftp6 {up|down}

msh> set rsh {up|down}

msh> set rsh6 {up|down}

msh> set diprint {up|down}

msh> set diprint6 {up|down}

msh> set web {up|down}

msh> set snmp {up|down}

msh> set ssl {up|down}

msh> set ssl6 {up|down}

• Als de functie Secured Sockets Layer (SSL, een encryptieprotocol) niet voor de printer beschikbaaar is, kunt u de functie niet gebruiken door het gebruik ervan te activeren.

msh> set nrs {up|down}

msh> set rfu {up|down}

msh> set rfu6 {up|down}

msh> set ipp {up|down}

msh> set ipp6 {up|down}

msh> set http {up|down}

msh> set http6 {up|down}

msh> set bonjour {up|down}

msh> set bonjour6 {up|down}

msh> set ssh {up|down}

msh> set ssdp {up|down}

msh> set nbt {up|down}

msh> set sftp {up|down}

msh> set sftp6 {up|down}

msh> set wsdev {up|down}

msh> set wsdev6 {up|down}

• Wanneer "wsdev" en "wsdev6" tegelijk worden ingeschakeld, verschijnen ze allebei als "up" op het protocolinformatievenster, maar gebruiken allebei de IPv4 voor WS-Apparaat en WS-Printer.

msh> set wsprn {up|down}

msh> set rhpp {up|down}

msh> set rhpp6 {up|down}