toegang

Gebruik de opdracht "toegang" om de toegangscontrole te bekijken en te configureren. U kunt twee of meer toegangsbereiken opgeven.

De instellingen bekijken

msh> access

IPv4-configuratieweergave

msh> access ID range

IPv6-configuratieweergave

msh> access ID range6

Weergave configuratie IPv6-toegangsmasker

msh> access ID mask6

IPv4-configuratie

msh> access ID range “start-address end-address”

Bijvoorbeeld: voor het opgeven van toegankelijke IPv4-adressen tussen 192.168.0.10 en 192.168.0.20:

msh> access 1 range 192.168.0.10 192.168.0.20

IPv6-configuratie

msh> access ID range6 “start-address end-address”

Bijvoorbeeld: voor het opgeven van toegankelijke IPv6-adressen tussen 2001:DB8::100 en 2001:DB8::200:

msh> access 1 range6 2001:DB8::100 2001:DB8::200

Configuratie IPv6-toegangsmasker

msh> access ID mask6 “base-address prefixlen”

Bijvoorbeeld: voor het opgeven van toegankelijke IPv6-adressen tot 2001:DB8::/32

msh> access 1 mask6 2001:DB8:: 32

Starten van toegangsbeheer

msh> access flush

Gebruik de opdracht "flush" om de standaardinstellingen zo te herstellen dat alle toegangsbereiken "0.0.0.0" worden voor IPv4 en "::" voor IPv6.

Elke IPv6-ingave kan worden gespecificeerd op bereik of op masker. Voor de parameter bereik, selecteer "startadres eindadres". Voor de parameter masker, selecteer "basisadres prefixlen".
Het toegangsbereik beperkt computers tot het gebruik van het apparaat op IP-adres. Als u het afdrukken niet behoeft te beperken, maakt u de instelling "0.0.0.0" voor IPv4 en "::" voor IPv6.
Geldige bereiken moeten lopen van laag (beginadres) tot hoog (eindadres).
Voor IPv4 en IPv6 selecteert u een ID-nummer tussen 1 en 5.
IPv6 kan het bereik en masker voor elk toegangsbereik registreren en selecteren.
Voor IPv6 kan een maskerbereik tussen 1 - 128 worden geselecteerd.
U kunt maximaal vijf toegangsbereiken opgeven. De ingevoerde waarde is ongeldig als het doelnummer ontbreekt.
U kunt geen afdruktaken verzenden of Web Image Monitor en diprint gebruiken vanaf een beperkt IP-adres.