Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Een bestemming rechtstreeks invoeren

In deze sectie wordt uitgelegd hoe u handmatig een bestemming invoert.

  1. Klik op het tabblad [Bestemming opgeven].

    Het tabblad [Bestemming opgeven] wordt weergegeven.

  2. Selecteer het type fax uit de vervolgkeuzelijst [Type:].

    Om met standaardfax of IP-Fax te verzenden, selecteert u [Fax]. Om per Internetfax te verzenden, selecteert u [E-mail].

    Nadat u het faxtype heeft geselecteerd, verschijnen de items die overeenkomen met het geselecteerde faxtype.

  3. Geef de bestemming op.

    Geef als volgt de bestemming op, afhankelijk van het geselecteerde faxtype:

    • Als u [Fax] heeft geselecteerd: voer het faxnummer in. Als u per IP-Fax wilt versturen, voert u de IP-Fax-bestemming in.

    • Als u [E-mail] heeft geselecteerd: voer het e-mailadres in.

    Om een pauze in het faxnummer in te voeren, klikt u op[Pauze]. Als u [E-mail] heeft geselecteerd in stap 2, is [Pauze] niet beschikbaar.

  4. Geef de instellingen op overeenkomstig het type faxverzending.

    Geef als volgt de instellingen op overeenkomstig het type faxverzending dat u heeft geselecteerd in stap 2:

    • Als u [Fax] heeft geselecteerd: selecteer een lijn of een protocol in de lijst [Lijn:].

    • Als u [E-mail] heeft geselecteerd: schakel het selectievakje [SMTP-server niet gebruiken] in als u de SMTP-server wilt omzeilen.

  5. Klik op [Als bestemming instellen].

    De ingevoerde bestemming wordt toegevoegd en wordt weergegeven in het vak [Lijst van bestemmingen:].

    Wanneer u per ongeluk een bestemming toevoegt, klikt u op de onjuiste bestemming en vervolgens op [Van lijst verwijderen].

  6. Wanneer u meer bestemmingen wilt opgeven, herhaalt u stappen 2 t/m 5.

Opmerking

Verwijzing