![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Dit apparaat kan ontvangen documenten doorsturen naar andere bestemmingen die in dit apparaat geprogrammeerd zijn.
Om deze functie te kunnen gebruiken, geeft u vooraf de doorzendbestemming op. Doorzenden kan worden ingesteld onder Doorzenden in het menu Faxeigenschappen. Zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen.
Een faxnummer, Internetfaxbestemming, IP-Faxbestemming, e-mailadres of mapbestemming kan worden ingesteld als doorzendbestemming.
Als de opgegeven bestemming een e-mailadres is, wordt het ontvangen document als e-mail naar die bestemming gerouteerd.
Wanneer de ontvanger een Internetfax- of e-mailbestemming is, kunnen e-mailberichten worden gecodeerd en doorgestuurd met een digitale handtekening. Gebruik zowel "Doorzenden" in het menu Faxeigenschappen als Web Image Monitor om op te geven of u al dan niet codering en een digitale handtekening wilt toepassen. Voor nadere details over Doorzenden, zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen.
Wanneer u wilt dat het apparaat ontvangen documenten doorzendt naar een bepaalde bestemming overeenkomstig de afzender, geeft u de Doorzendbestemming voor elke afzender op onder Faxeigenschappen, Speciale afzender programmeren. Documenten van andere afzenders worden doorgezonden naar de standaard doorzendbestemming die voor deze functie is opgegeven. Voor nadere details over Speciale afzender programmeren, zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen.
U kunt instellen of het Mapverzending Resultatenrapport al dan niet naar het opgegeven e-mailadres moet worden verzonden als mappen zijn geprogrammeerd als doorzendbestemmingen waarnaar documenten van alle afzenders of Speciale afzenders worden verzonden.
Voor het maximum aantal bestemmingen dat u kunt registreren in een groep, zie "Maximumwaarden".
U kunt via de gebruikersparameter (schakelaar 11, bit 6) in het menu Faxeigenschappen selecteren of het apparaat de documenten die worden doorgestuurd, moet afdrukken.
Het menu Faxeigenschappen biedt een gebruikersparameter (schakelaar 32, bit 0) waarmee u een prioriteitsvolgorde kunt selecteren voor alternatieve bestemmingen voor verzonden documenten. Als deze parameter is ingesteld en de opgegeven ontvanger is een groepsbestemming die een adres bevat dat niet is geregistreerd voor het opgegeven verzendingstype, wordt het document gerouteerd naar een alternatieve bestemming.
Voor nadere details over het instellen van parameters, zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen.