![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u een document met een SUB-code verstuurt als vertrouwelijke verzending.
Een SUB-code is een ID die bestaat uit cijfers, ,
en spaties. Documenten verzonden met een SUB-code worden opgeslagen in het geheugen van de andere partij en niet automatisch afgedrukt. De andere partij voert de SUB-code in om het ontvangen document af te drukken. De privacy kan wederzijds worden beschermd wanneer een vertrouwelijk document wordt verzonden dat bedoeld is voor een bepaalde ontvanger, omdat alleen personen die de SUB-code kennen, het document kunnen afdrukken.
Documenten kunnen ook via faxen met de functie Doorzendstation worden verzonden.
Via deze functie kunt u kosten besparen als u hetzelfde document naar meer dan één bestemming buiten uw basisgebied verstuurt. Bovendien kunt u tijd besparen doordat meerdere documenten door middel van één enkele procedure kunnen worden verzonden.
Documenten kunnen worden verzonden naar faxen met de functie Persoonlijke box.
Een SUB-code kan niet worden gebruikt met Internetfax, verzending naar e-mailadressen en mapverzending.
Wanneer u deze functie wilt gebruiken, schakelt u [SUB Code Verzending] in. Voor nadere details over [SUB Code Verzending], zie "SUB-codes Verzending".
Haal de SUB Code van de andere partij vooraf op.
Wanneer een vertrouwelijk document wordt verzonden, informeert u de andere partij vooraf over de SUB Code.
Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen.
Druk op [TX modus].
Druk op [Opties instellen].
Druk op [SUB Code Verzending].
Druk tweemaal op [OK].
Het stand-by display wordt weergegeven.
Voer het faxnummer van de bestemming in of een IP-faxbestemming.
Druk op [Geav.eigsch.].
Controleer of [SUB Code] is geselecteerd.
Druk op [TX SUB Code].
Voer een SUB-code in en druk vervolgens op [OK].
Wanneer u zich vergist, drukt u op [Wissen] voordat u op [OK] drukt en probeert u het opnieuw.
Indien een wachtwoord vereist is, drukt u op [Wachtwoord (SID)], voert u het wachtwoord in met de cijfertoetsen en drukt u vervolgens op [OK].
Druk op [OK].
Druk op de toets [Start].
Wanneer u een faxdocument verstuurt via Directe verzending en het faxapparaat van de ontvanger de functie SUB Code niet ondersteunt, wordt dit gemeld via een bericht op het display. Als dit gebeurt, drukt u op [Afsluiten] om de verzending te annuleren.
Zorg ervoor dat het aantal tekens in de SUB-code overeenkomt met de specificatie van het apparaat waarnaar u verzendt. Voor het maximum aantal cijfers voor de SUB-code van dit apparaat, zie "Maximum waarden".
U kunt zowel SUB-codes als de namen en faxnummers in de bestemmingslijst en Keystroke-programma's opslaan. Voor registratie in de bestemmingslijst, zie de Bedieningshandleiding Standaardinstellingen. Voor registratie in de Keystroke-programma's, zie "Keystroke-programma's registreren en wijzigen".
Wanneer een SUB Code opslagen is in de bestemmingslijst, kan de SUB Code worden aangepast of verwijderd nadat de bestemming geselecteerd is met de Bestemming-toetsen.
De SUB Code wordt afgedrukt op lijsten en rapporten.