![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Er zijn twee manieren van verzenden: Geheugenverzending en Directe verzending.
Het is raadzaam de ontvangers te bellen en met hen af te spreken wanneer belangrijke documenten worden verzonden.
Geheugenverzending
De verzending wordt automatisch gestart nadat het origineel is opgeslagen in het geheugen. Dit is handig wanneer u haast heeft en het document met u mee wilt nemen. U kunt hetzelfde origineel ook naar meerdere bestemmingen verzenden (broadcasting). Voor details over broadcasting en parallelle geheugenverzending, zie "Parallelle geheugenverzending" en "Broadcast volgorde".
Directe verzending
Hierbij wordt onmiddellijk het bestemmingsnummer gekozen en wordt het verzenden gestart terwijl het orgineel wordt gescand. Dit is erg handig als u snel een origineel wilt verzenden of als u de bestemming wilt controleren waarnaar u verzendt. Wanneer u dit type verzending gebruikt, wordt het origineel niet in het geheugen opgeslagen. U kunt slechts één adres opgeven.
Normaal gesproken staat het apparaat in de modus Geheugenverzending. U kunt overschakelen naar Directe verzending door op [Dir. TX] te drukken.
U kunt het apparaat dusdanig instellen dat meteen Geheugenverzending of Directe verzending wordt ingesteld wanneer het apparaat wordt ingeschakeld of de toets [Modi wissen] wordt ingedrukt. Zie "Standaardopties voor verzendingsfunctie instellen".