![]() ![]() | ![]() | ||
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u papier dient te plaatsen in de interposer.
![]()
Plaats het papier op de reeds bedrukte zijde (de voorzijde). Als u de booklet finisher gebruikt (zadelsteek) plaatst u de vellen met de bedrukte zijde naar beneden.
Plaats het papier in de interposer in dezelfde richting als het papier in de papierlade.
De nietjes of de perforaties zullen aangebracht worden aan de linkerzijde van het papier, wanneer u voor het apparaat staat.
Leg niets op de sensor of laat er geen documenten op achter. Dit kan leiden tot slecht inscannen van het papierformaat of tot papierstoringen.
Wanneer u de Z-vouwfunctie gebruikt moet het papier in de interposer hetzelfde formaat hebben als de in Z gevouwen afdrukken. Als het papier in de interposer groter is dan de in Z gevouwen vellen kan papierstoring ontstaan.
De lade kan maximaal 200 vellen papier bevatten. Plaats geen papier tot boven het merkteken.
Plaats het papier netjes.

Stel de zijafscheidingen in op het papierformaat.

![]()
Om het papier in de interposer in te stellen, lijnt u de richting van de originelen in de ADF uit zoals hieronder afgebeeld.
