Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Bovenste pagina > Bedieningshandleiding Standaardinstellingen > Het apparaat aansluiten > Voorzieningen gebruiken om netwerkinstellingen te maken > Interface-instellingen

Interface-instellingen

Dit gedeelte legt uit hoe u Interface-instellingen opgeeft met behulp van voorzieningen.

U kunt instellingen wijzigen met Web Image Monitor, SmartDeviceMonitor for Admin en telnet.

[Netwerk] image [Apparaat IPv4-adres] image [Autom. verkrijgen (DHCP)]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Apparaat IPv4-adres] image [Specificeer] image "IPv4-adres"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Apparaat IPv4-adres] image [Opgeven] image "Subnetmasker"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [IPv4 Gateway adres]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Apparaat IPv6-adres] image "Handmatig configuratieadres"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [IPv6 Gateway adres]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [IPv6 Staatloos adres autom. Configuratie]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [DNS Configuratie] image [Autom. verkrijgen (DHCP)]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [DNS Configuratie] image [Opgeven] image "DNS-server 1-3"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [DDNS Configuratie]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Domeinnaam] image [Autom. verkrijgen (DHCP)]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Domeinnaam] image [Opgeven] image "Domeinnaam"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [WINS configuratie] image [Aan] image "Primaire WINS-server"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [WINS configuratie] image [Aan] image "Secundaire WINS-server"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [WINS configuratie] image [Aan] image "Bereik-ID"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [WINS configuratie] image [Uit]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Effectief protocol] image "IPv4"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: u kunt de TCP/IP-instellingen opgeven als SmartDeviceMonitor for Admin met het apparaat communiceert aan de hand van IPX/SPX.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Effectief protocol] image "IPv6"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Effectief protocol] image "NetWare"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: u kunt de IPX/SPX-instellingen opgeven als SmartDeviceMonitor for Admin met het apparaat communiceert aan de hand van TCP/IP.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Effectief protocol] image "SMB"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Effectief protocol] image "AppleTalk"

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NCP Bezorgingsprotocol] image [IPX Prioriteit]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NCP Bezorgingsprotocol] image [TCP/ IP Prioriteit]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NCP Bezorgingsprotocol] image [Alleen IPX]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NCP Bezorgingsprotocol] image [TCP / Alleen IP]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NW-frametype] image [Autom. selecteren]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NW-frametype] image [Ethernet II]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NW-frametype] image [Ethernet 802.2]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NW-frametype] image [Ethernet 802.3]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [NW-frametype] image [Ethernet SNAP]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [SMB Computernaam]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [SMB Werkgroep]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Ethernet snelheid]

  • Web Image Monitor: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Type LAN] image [Ethernet]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Type LAN] image [Wireless LAN]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Ping opdracht]

  • Web Image Monitor: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [SNMP V3-communicatie toestaan] image [Alleen codering]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [SNMP V3-communicatie toestaan] image [Codering/Cleartext]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [SSL / TLS communicatie toestaan] image [Alleen Cijfertekst]

  • Web Image Monitor: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [SSL / TLS-communicatie toestaan] image [Cijfertekst prioriteit]

  • Web Image Monitor: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [SSL / TLS-communicatie toestaan] image [Cf.tkst / Cleartext]

  • Web Image Monitor: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Hostnaam]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Netwerk] image [Apparaatnaam]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Wireless LAN] image [Communicatiemodus] image [802.11 Ad hoc modus]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Wireless LAN] image [Communicatiemodus] image [Infrastructuur modus]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Wireless LAN] image [SSID-instelling]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Wireless LAN] image [Ad-hoc Channel]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

[Wireless LAN] image [Beveiligingsmethode]

  • Web Image Monitor: kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • SmartDeviceMonitor for Admin: kan niet worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

  • telnet: Kan worden gebruikt voor het opgeven van de instelling.

BovenVorigeVolgende
Copyright (C) 2007