In dit onderdeel worden de voorzorgsmaatregelen beschreven voor het plaatsen van het apparaat.
![]()
Houd het apparaat weg van vocht en stof. Dit om brand of elektrische schokken te voorkomen.
Plaats het apparaat niet op een wankele of schuine ondergrond. Als het kantelt, kunnen er ongelukken gebeuren.
![]()
Nadat u het apparaat heeft verplaatst, gebruikt u de gegoten bevestiging om het op zijn plaats vast te zetten. Doet u dit niet, dan kan het apparaat verschuiven en vallen wat kan leiden tot verwondingen.
![]()
Zorg ervoor dat de kamer waar u het apparaat gebruikt goed geventileerd en ruim is. Goede ventilatie is zeker van belang als het apparaat veel gebruikt wordt.
Temperatuur: 10-32 °C (50-89.6 °F) (luchtvochtigheid 54% bij 32 °C, 89.6 °F)
Luchtvochtigheid: 15-80% (temperatuur van 27 °C, 80.6 °F bij 80%)
Een stevige, vlakke ondergrond.
Het apparaat moet waterpas staan met een marge van 5 mm (0,2 inch), zowel van voor tot achter, als van links naar rechts.
Om mogelijke ozonvorming te vermijden, dient u dit apparaat in een goed geventileerde ruimte met een luchtverversing van meer dan 30 m3/uur/persoon te plaatsen.