Dit gedeelte geeft uitleg over veelvoorkomende problemen en berichten.
Als er andere berichten worden weergegeven, volgt u de instructies die daarbij worden weergegeven.
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Het kopieerscherm verschijnt wanneer u het apparaat inschakelt met de hoofdstroomschakelaar, maar u kunt niet omschakelen naar een ander scherm door op de toets [Printer] of [Scanner] te drukken. |
Alleen de kopieerfunctie is klaar; andere functies nog niet. |
Wacht nog even. |
Het apparaat is net ingeschakeld en het scherm Gebruikersinstellingen wordt weergegeven, maar het menu Gebruikersinstellingen mist items. |
Andere functies dan de kopieerfunctie zijn nog niet gereed. De tijd die daarvoor nodig is, verschilt per functie. Functies verschijnen in het menu Gebruikersinstellingen als ze klaar zijn voor gebruik. |
Wacht nog even. |
De hoofdstroom-indicator blijft knipperen en gaat niet uit als erop wordt gedrukt. |
Dit gebeurt in de volgende situaties:
|
Sluit de klep van de glasplaat of ADF en controleer of er communicatie is tussen het apparaat en externe apparatuur. |
Het display is uit. |
Het apparaat staat in de Energiespaarstand. |
Druk op de toets [Energiespaarstand] om de Energiespaarstand uit te schakelen. |
Het display is uit. |
De bedieningsschakelaar is uitgeschakeld. |
Schakel de bedieningsschakelaar in. |
Er gebeurt niets als de bedieningsschakelaar wordt ingeschakeld. |
De hoofdschakelaar is uitgeschakeld. |
Schakel de hoofdschakelaar in. |
“Een ogenblik geduld a.u.b.” wordt weergegeven. |
Dit bericht verschijnt als u de bedieningsschakelaar inschakelt. |
Wacht even. Als het apparaat binnen een minuut niet gereed is, neemt u contact op met uw leverancier. |
“Een ogenblik geduld a.u.b.” wordt weergegeven. |
Dit bericht verschijnt tijdens het opwarmen van het apparaat. |
|
“Een ogenblik geduld a.u.b.” wordt weergegeven. |
Dit bericht verschijnt als u de tonercartridge vervangt. |
Wacht even. Als het bericht binnen twee minuten niet is verdwenen, neemt u contact op met uw leverancier. |
“Geheugen is vol. Wilt u het gescande bestand opslaan?” wordt weergegeven. |
De gescande originelen overschrijdt het aantal vellen/pagina's die op de harde schijf kunnen worden opgeslagen. |
|
Het invoerscherm voor de gebruikerscode wordt weergegeven. |
Met Gebruikerscodeverificatie worden er beperkingen voor de gebruikers ingesteld. |
Voer de gebruikerscode (maximaal acht cijfers) in en druk vervolgens op [OK]. |
Het verificatiescherm verschijnt. |
Basisverificatie, Windows-verificatie, LDAP-verificatie of Integratieserver-verificatie wordt ingesteld. |
Voer uw log-in gebruikersnaam en uw gebruikerswachtwoord in. Zie "Wanneer het verificatiescherm wordt weergegeven", Over dit apparaat. |
“Verificatie is mislukt.” wordt weergegeven. |
De ingevoerde gebruikersnaam en wachtwoord voor het aanmelden is niet juist. |
Neem contact op met de beheerder voor de juiste gebruikersnaam en wachtwoord voor het aanmelden. |
“Verificatie is mislukt.” wordt weergegeven. |
Het apparaat kan geen verificatie uitvoeren. |
Neem contact op met de beheerder. |
“U heeft niet de privileges om deze functie te gebruiken.” blijft in beeld, zelfs als u een geldige gebruikersnaam heeft ingevoerd. |
De aangemelde gebruiker is niet gemachtigd om de geselecteerde functie te gebruiken. |
Neem contact op met de beheerder als u toestemming nodig heeft voor de vereiste functie. |
Ook als het vastgelopen papier is verwijderd, blijft het foutbericht staan. |
|
Verhelp de papierstoring en open en sluit de voorklep. Zie Vastgelopen papier verwijderen |
Ook als benodigdheden zijn vervangen en/of het vastgelopen papier is verwijderd, blijft het foutbericht staan. |
Dit kan voorkomen als de harde schijf niet is geïnstalleerd. |
Druk op de toets [Start]. |
Oorspronkelijke afbeeldingen worden op de achterkant van het papier afgedrukt. |
U heeft wellicht het papier niet correct geplaatst. |
Plaats het papier op correcte wijze. Plaats papier in de papierlade of lade 3 (LCT) met de bedrukte zijde omhoog. Plaats papier in de bulklade (LCT) of handinvoer met de bedrukte zijde omlaag. Zie Papier plaatsen |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Wellicht is de zij- of eindafscheider van de lade niet juist ingesteld. |
|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Er is papier van onwaarneembaar formaat geplaatst. |
|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Er zit een vreemd voorwerp in de lade van de finsher. |
|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
De nietjescassette is niet correct ingesteld. |
Stel de nietjescartridge correct in. De booklet finisher heeft ook een nietjescartridge voor zadelsteek nodig. Zie Nietjes bijvullen |
Kan niet in duplexmodus afdrukken. |
Dubbelzijdig afdrukken kan niet worden uitgevoerd met papier dat is ingesteld in de handinvoerlade. |
Wanneer u dubbelzijdig afdrukken gebruikt, maak de instellingen dan zo dat papier uit een andere lade wordt gebruikt dan uit de handinvoerlade. |
Kan niet in duplexmodus afdrukken. |
[Duplex toepassen] is ingesteld op [Nee] voor "Papiertype". |
Ga naar [Lade Papierinstellingen] en stel onder "Papiertype" de optie [Duplex toepassen] in op [Ja]. |
Kan niet in duplexmodus afdrukken. |
U kunt dubbelzijdig afdrukken niet selecteren als de papiersoort staat ingesteld op [Dik papier 2]. |
Ga naar [Lade Papierinstellingen] en selecteer onder "Papiertype" een ander papiertype dan [Dik papier 2]. |
![]()
Gebruik het aanbevolen papier als u geen kopieën naar wens kunt maken vanwege problemen met papiersoort, papierformaat of papiercapaciteit. Zie "Aanbevolen papierformaten en -typen", Over dit apparaat.
Het gebruik van gekreukt papier veroorzaakt dikwijls papierstoringen, vlekkerige papierranden of verschoven posities bij het nieten of afdrukken van meerdere exemplaren. Als u gekreukt papier gebruikt, maakt u het papier met uw handen soepeler zodat u de vouwen eruit kunt strijken, of plaatst u het papier ondersteboven. U kunt kreuken bovendien voorkomen door het papier op een vlak oppervlak neer te leggen, en niet rechtop tegen een muur te bewaren.