Koptekst overslaan
 

NetWare gebruiken

In deze paragraaf wordt de instellingsprocedure beschreven voor netwerkprinters in de NetWare-omgeving. In de NetWare-omgeving kunt u het apparaat aansluiten als een afdrukserver of externe printer.

Belangrijk

  • IPv6 kan niet worden gebruikt voor deze functie.

Instelprocedure

  • Bij gebruik van het apparaat als afdrukserver

    1. SmartDeviceMonitor for Admin installeren

    2. De netwerkinterfacekaart instellen

    3. Zet de printer uit en vervolgens weer aan.

  • Bij gebruik van het apparaat als printer op afstand

    1. SmartDeviceMonitor for Admin installeren.

    2. De netwerkinterfacekaart instellen

    3. NetWare instellen.

    4. De afdrukserver starten.

    Opmerking

    • Bij deze procedure wordt aangenomen dat de omgeving al ervoor is gereed gemaakt dat de afdrukservice-instelling wordt gebruikt onder het normale NetWare.

    • De procedure wordt uiteengezet met behulp van de volgende voorbeeldinstellingen:

      • Naam bestandsserver ...CAREE

      • Naam afdrukserver ...PSERV

      • Naam printer ...R-PRN

      • Naam wachtrij ...R-QUEUE

SmartDeviceMonitor for Admin gebruiken

Als u het apparaat in een NetWare-omgeving wilt gebruiken, kunt u met behulp van SmartDeviceMonitor for Admin de NetWare-afdrukomgeving instellen.

Printerlijst in SmartDeviceMonitor for Admin

In SmartDeviceMonitor for Admin worden de printers vermeld die zijn aangesloten op het netwerk. Als u het apparaat dat u wilt configureren niet kunt vinden, drukt u de configuratiepagina af en kijkt u wat de naam van het apparaat is.

Opmerking

  • De NetWare Client van Novell is vereist om de afdrukomgeving in te stellen met behulp van SmartDeviceMonitor for Admin in de volgende omgevingen:

    • NDS modus in Windows 95/98/Me

    • NDS of Bindery modus in Windows 2000/XP, Windows NT 4.0

  • Zie "SmartDeviceMonitor for Admin installeren" voor nadere informatie over SmartDeviceMonitor for Admin.