Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Opgeslagen afdrukbestanden verwijderen

  1. Druk op [Afdrtkn].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  2. Selecteer [Opgeslagen afdruktaken] met de [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] -toets, en druk vervolgens op [Taaklijst].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Er wordt een lijst met opgeslagen afdrukbestanden weergegeven.

    Sommige afdruktaken worden, afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, mogelijk niet weergegeven.

  3. Selecteer het bestand dat u wilt verwijderen met de [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] -toets, en druk vervolgens op [Verwijderen].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Het bevestigingsvenster voor verwijderen wordt weergegeven.

    Als u een wachtwoord heeft ingesteld in het printerstuurprogramma, voer dan het wachtwoord in om het bestand te verwijderen.

    Neem contact op met de netwerkbeheerder als u uw wachtwoord bent vergeten.

  4. Druk op [Verwijderen].

    Het geselecteerde bestand wordt verwijderd.

    Druk op [Annuleren] als u het bestand niet wilt verwijderen.