Koptekst overslaan
 

Instelling van een aangepast papierformaat

Stel het aangepaste papierformaat in met behulp van het bedieningspaneel wanneer u een afwijkend papierformaat plaatst.

Belangrijk

  • Wanneer u afdrukt op papier van afwijkend formaat, geeft u het papierformaat op met behulp van het bedieningspaneel of het printerstuurprogramma.

  • Het met behulp van het printerstuurprogramma geselecteerde aangepaste papierformaat heeft voorrang op het formaat geselecteerd op het bedieningspaneel. Configureer geen instellingen met het bedieningspaneel als u al instellingen heeft geconfigureerd met het printerstuurprogramma. Wanneer u echter afdrukt met een ander printerstuurprogramma dan RPCS, moet u de instellingen met behulp van het bedieningspaneel configureren.

  • Dit zijn de papierafmetingen die kunnen ingesteld worden als aangepast papierformaat: 182 tot 297 mm (7.17 tot 11.69 inches) breed en 148 tot 432 mm (5.83 tot 17.00 inches) lang.

  • De printer kan niet afdrukken op aangepast papier vanuit toepassingen die het aangepaste papierformaat niet ondersteunen.

1Druk op de toets [Menu].

Afbeelding menutoets

2Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Papierinvoer] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

3Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Papierformaat: (ladenaam)] te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK]. Zo wordt bijvoorbeeld [Pap.form.: Lade 1] geselecteerd voor Lade 1 zoals afgebeeld.

Illustratie scherm bedieningspaneel

4Selecteer [Ang.fr] met de scrolltoetsen en druk vervolgens op de toets[OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

5Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] key om een horizontale waarde in te voeren en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

Als u de toets indrukt en ingedrukt houdt, gaat de waarde met 1 of 10 mm omhoog of omlaag.

6Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om de verticale waarde in te voeren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

Als u de toets indrukt en ingedrukt houdt, gaat de waarde met 1 of 10 mm omhoog of omlaag.

De instellingen verschijnen en ongeveer twee seconden later verschijnt op het display opnieuw het scherm [Papierinvoer]

7Druk op de toets [Menu].

Het display keert terug naar het oorspronkelijke scherm.

Als u de instelling wenst terug te stellen op [Autodet.], plaatst u papier in de lade en volgt u de onderstaande procedure.

8Druk op de toets [Menu].

Afbeelding menutoets

9Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Papierinvoer] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

10Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Pap.form.: Lade 1] te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

11Selecteer [Automatisch detecteren] met de scrolltoetsen, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

Ongeveer twee seconden later verschijnt op het display opnieuw het scherm [Papierinvoer].

12Druk op de toets [Menu].

Het display keert terug naar het oorspronkelijke scherm.