Koptekst overslaan
 

Configuratie draadloos LAN

Configureer met behulp van het bedieningspaneel de volgende draadloze LAN-instellingen overeenkomstig de netwerkomgeving.

Belangrijk

  • Ethernet en Wireless LAN kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.

  • Om het draadloos LAN te gebruiken, voert u de volgende instelling uit met behulp van het bedieningspaneel: druk op de toets [Menu], selecteer [Host interface], [Netwerk], [Type LAN] en vervolgens [Wireless LAN]. Bovendien moet u het IP-adres, subnet mask, gateway-adres, DHCP, Frame-type (NW) en het actieve protocol instellen, zoals uitgelegd in "Ethernet-configuratie".

  • De volgende tabel toont de instellingen van het bedieningspaneel en hun standaardinstellingen. Deze items komen voor in het menu [Host interface].

Instellingsnaam

Standaard

Communicatiemodus

Infrastructuur modus

Ad-hoc kanaal

  • Bij gebruik van de IEEE 802.11a/g-interfacekaart:

    36

  • Bij gebruik van de IEEE 802.11g-interfacekaart:

    11

Communicatiesnelheid

Auto

SSID-instelling

leeg

Veiligh.meth.

Geen

1Druk op de toets [Menu].

Afbeelding menutoets

2Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Host-interface] te selecteren, en druk vervolgens op de [OK]-toets.

Illustratie scherm bedieningspaneel

3Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Wireless LAN] te selecteren en druk vervolgens op [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

4Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Communicatiemodus] te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

5Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om de overdrachtsmodus van het draadloze LAN te selecteren en druk dan op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

  • Selecteer [802.11 Ad-hoc modus] om draadloos met een apparaat te communiceren waarvoor geen SSID hoeft te worden ingesteld.

  • De overdrachtsmodus van het draadloze LAN kan ook worden ingesteld met behulp van de Web Image Monitor.

6Als[802.11 Ad-hoc modus] is geselecteerd als [Communicatiemodus], drukt u op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Ad-hoc kanaal] te selecteren en vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

7Druk op [Pijl-omlaag] of[Pijl-omhoog] om het Ad-hockanaal te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

Illustratie scherm bedieningspaneel

8Druk op de toets [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om het juiste kanaal te selecteren, en druk vervolgens op de toets [OK].

9Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Communicatiesnelheid] te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

10Druk op [Pijl-omlaag] of[Pijl-omhoog] om de gewenste snelheid te selecteren en druk vervolgens op de toets [OK].

De standaardinstelling is [Automatisch]. Als u de overdrachtssnelheid moet wijzigen in functie van de omgeving die u gebruikt, selecteert u de geschikte snelheid.

11Druk een configuratiepagina af om de instellingen te controleren.

Opmerking

  • Voor details, zie Web Image Monitor Help en de Softwarehandleiding.

  • Raadpleeg voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina de Verkorte Installatiehandleiding.

Verwante onderwerpen

SSID instellen