In dit gedeelte worden de namen en functies van de onderdelen van het bedieningspaneel besproken.

Display
Hiermee worden de huidige printerstatus en foutmeldingen weergegeven.
Door het inschakelen van de Energiespaarstand wordt de achtergrondverlichting uitgeschakeld. Zie de Softwarehandleiding voor meer informatie over de Energiespaarstand.
Selectietoetsen
Komen overeen met de functies op de onderste regel van het display.
Toets [Escape]
Druk op deze toets om terug te keren naar het vorige display.
Scrolltoetsen
Druk erop om de cursor in elke rchting te bewegen.
Wanneer de toetsen [
] [
] [
] [
] in deze handleiding worden weergegeven, druk dan op de scrolltoets met dezelfde richting.
Toets [OK]
Druk op deze toets om instellingen te bevestigen of waarden in te stellen, of naar het volgende menuniveau te gaan.
Data In-indicator
Knippert wanneer de printer gegevens ontvangt van een computer. Blijft branden wanneer er afdrukgegevens zijn.
Controlelamp Alarm
Gaat rood of geel branden wanneer een printerfout optreedt.
Rood: afdrukken is niet mogelijk/mogelijk maar zonder dat de afdrukkwaliteit kan worden gegarandeerd.
Geel: printer behoeft onderhoud, zoals het op korte termijn vervangen van de verbruiksartikelen.
Volg de instructies op die op het display verschijnen.
Stroomindicator
Deze indicator brandt wanneer de stroom is ingeschakeld. Deze indicator is uit wanneer de stroom is uitgeschakeld of de printer in de Energiespaarmodus staat.
Toets [Onderbreken/Hervatten]
Druk op deze toets om een afdruktaak te onderbreken. De toets licht op zolang het printen onderbroken is. Druk opnieuw op deze toets om het werk te hervatten.
Toets [Taak reset]
Druk op deze toets om een lopende taak te annuleren.
Toets [Menu]
Druk op deze toets om de huidige printerinstellingen vast te leggen en te controleren.
Druk terwijl u instellingen configureert op deze toets om naar het beginscherm terug te keren.