InhoudVorigeVolgende |
Voordat u de printer op een computer aansluit, sluit u het stroomsnoer van de printer aan en schakelt u de printer in.
Sluit het apparaat alleen aan op de stroombron die hieronder wordt vermeld.
Voorkom een wirwar van snoeren.
Steek de stekker van het netsnoer direct in een stopcontact. Gebruik nooit een verlengsnoer.
Zorg ervoor dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt. Pas het snoer niet aan. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer. Trek niet te hard aan het snoer en buig het niet meer dan nodig is. Al deze handelingen kunnen elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Plaats of verwijder het stroomsnoer niet als u natte handen heeft. Hierdoor kunnen zich elektrische schokken voordoen.
Voer geen bewerkingen uit terwijl de cartridge wordt gevuld.
Het vullen van de inkt begint wanneer het apparaat wordt ingeschakeld. Dit duurt tot het bericht "Inkt bijv..." van het bedieningspaneel is verdwenen.
Verwijder de oranje tape rondom het stroomsnoer.
Plaats de stekker van het stroomsnoer in de printer.
Plaats de andere stekker van het stroomsnoer in het stopcontact.
Het oppervlak moet vlak zijn met een maximale afwijking van twee graden.
Zorg dat het stroomsnoer niet onder de printer vastzit.
Druk op de toets [Aan/uit].
De printer begint met het aanvoeren van inkt naar de printkoppen (dit duurt ongeveer 6 minuten).
Controleer of het bericht "Gereed" op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Schakel het apparaat gedurende deze periode niet uit. Zorg dat de stekker niet uit het stopcontact wordt verwijderd.
Mogelijk hoort u een klikgeluid terwijl de printkoppen worden gevuld. Dit is geen defect en stopt na een tijdje.